ECLI:NL:GHSHE:2018:2563
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bekrachtiging van de tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling op grond van niet-nakoming van verplichtingen
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 14 juni 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep over de tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling van de appellante. De rechtbank Limburg had eerder op 20 februari 2018 besloten om de schuldsaneringsregeling te beëindigen, omdat de appellante niet voldeed aan haar verplichtingen uit de regeling. De appellante had verzocht om vernietiging van dit vonnis, met het doel de schuldsaneringsregeling voort te zetten of te verlengen. Tijdens de mondelinge behandeling op 6 juni 2018 werd de appellante gehoord, maar haar bewindvoerder en beschermingsbewindvoerder verschenen niet. Het hof constateerde dat de appellante niet naar behoren had voldaan aan haar sollicitatie- en arbeidsplicht, ondanks eerdere waarschuwingen van de rechter-commissaris. Het hof oordeelde dat de appellante onvoldoende had aangetoond dat zij arbeidsongeschikt was en dat zij niet had gesolliciteerd, wat haar verplichtingen onder de schuldsaneringsregeling schond. Het hof bekrachtigde het vonnis van de rechtbank en beëindigde de schuldsaneringsregeling, omdat de appellante niet had voldaan aan de voorwaarden die aan haar waren gesteld.