Uitspraak
5.De beschikking d.d. 1 september 2016
- bepaald dat dat de vader en [de minderjarige] gerechtigd zijn tot contact met elkaar in het omgangshuis van Juzt te [kantoorplaats] , onder begeleiding van het omgangshuis, waarbij de verdere invulling, waaronder oudergesprekken, zal geschieden in nader overleg tussen partijen en het omgangshuis;
- het omgangshuis verzocht het hof tijdig vóór 1 maart 2017 schriftelijk te informeren over de resultaten van de begeleide contactregeling en het verloop van het traject met de ouders, onder gelijktijdige verstrekking van een afschrift van deze schriftelijke informatie aan de raad en de raadslieden van partijen;
- iedere verdere beslissing aangehouden tot 1 maart 2017 pro forma.
6.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
- het V-formulier met brief van de advocaat van de vader d.d. 30 januari 2017;
- het V-formulier van de advocaat van de moeder d.d. 22 februari 2017;
- de brief van Juzt d.d. 21 maart 2017;
- de brief van Juzt d.d. 19 december 2017 met bijgevoegd het verslag inzake de resultaten van de begeleide contactregeling en het verloop van het traject met de ouders;
- het V-formulier van de advocaat van de moeder d.d. 30 januari 2018;
- het V-formulier met brief van de advocaat van de moeder d.d. 9 februari 2018;
- het V-formulier met brief met bijlagen van de advocaat van de vader d.d. 23 februari 2018;
- het V-formulier met brief met bijlagen van de advocaat van de vader d.d. 23 april 2018.
- de vader, bijgestaan door mr. M. Ahmadi, kantoorgenoot van mr. Nasrullah;
- de moeder, bijgestaan door mr. Boersema;
- de raad, vertegenwoordigd door [vertegenwoordiger van de raad] .
7.De verdere beoordeling
8.De beslissing
voorlopigde volgende regeling vast:
uiterlijk twee weken vóór 2 november 2018te berichten over de actuele stand van zaken en over hun opvatting over het verdere verloop van onderhavige zaak, onder gelijktijdige verstrekking van een afschrift daarvan aan de raadslieden van partijen en de raad;