4.2.Artikel 18 van het Verdrag bepaalt, voor zover hier van belang, het volgende:
“1. Onder voorbehoud van de bepalingen van artikel 19, tweede lid, zijn pensioenen en andere soortgelijke beloningen betaald aan een inwoner van een Verdragsluitende Staat ter zake van een vroegere dienstbetrekking alsmede lijfrenten betaald aan een inwoner van een Verdragsluitende Staat, slechts in die Staat belastbaar. Ieder pensioen en andere uitkering betaald krachtens de bepalingen van een sociale zekerheidsstelsel van een Verdragsluitende Staat aan een inwoner van de andere Verdragsluitende Staat, zijn slechts in die andere Staat belastbaar.
2. Niettegenstaande het bepaalde in het eerste lid, mag een pensioen of andere soortgelijke beloning, lijfrente, of ieder pensioen en andere uitkering betaald krachtens de bepalingen van een sociale zekerheidsstelsel van een Verdragsluitende Staat, ook worden belast in de Verdragsluitende Staat waaruit deze afkomstig is, overeenkomstig de wetgeving van die Staat:
a indien en voor zover de aanspraak op dit pensioen of andere soortgelijke beloning of lijfrente in de Verdragsluitende Staat, waaruit het pensioen of andere soortgelijke beloning of lijfrente afkomstig is, van belasting is vrijgesteld, dan wel de met het pensioen of andere soortgelijke beloning of lijfrente samenhangende bijdragen aan de pensioenregeling of verzekeringsmaatschappij, in het verleden bij het bepalen van het in die Staat belastbare inkomen in aftrek zijn gebracht, dan wel anderszins in die Staat in aanmerking zijn gekomen voor een fiscale faciliëring; en
b indien en voor zover dit pensioen of andere soortgelijke beloning of lijfrente in de Verdragsluitende Staat, waarvan de genieter van het pensioen of andere soortgelijke beloning of lijfrente inwoner is, niet tegen het algemeen van toepassing zijnde belastingtarief voor inkomsten verkregen uit niet-zelfstandige arbeid, dan wel het brutobedrag van dat pensioen of andere soortgelijke beloning of lijfrente voor minder dan 90 percent, in de belastingheffing wordt betrokken; en
c indien het totale brutobedrag van de pensioenen en andere soortgelijke beloning of lijfrenten en ieder pensioen en andere uitkering betaald krachtens de bepalingen van een sociale zekerheidsstelsel van een Verdragsluitende Staat, in enig kalenderjaar een bedrag van 10.000 Euro te boven gaat.”
In artikel 54 van de Portugese ‘Código do Imposto sobre o Rendimento das Pessoas Singulares’ (hierna: PIT) is in de Engelse vertaling het volgende vermeld:
“Section VIIPensions(…)Article 54 Distinction between capital and income
1 – When temporary or lifetime pensions, as well as instalments characterised as pensions and paid under complementary social security regimes, include amounts representing repayment of capital, there shall be deducted, in determining the taxable amount, the part corresponding to capital.
2 – When the part corresponding to capital cannot be ascertained, the total amount received shall be abated by 85% for purposes of determining taxable income.
3 – The provisions of the preceding paragraphs shall not apply to instalments paid under complementary social security regimes regardless of the paying entity or their designation, if the contributions giving right to them have been made by someone other than their recipient, and have not been proven to have been subjected to tax.
4 – Premiums and contributions that constitute acquired rights referred to in Article 2 (3) b) 3) that qualify for exemption shall be considered as not having been subjected to tax in the hands of their recipient.”
4.2.1.Het geschil spitst zich toe op de vraag of, gelet op artikel 54 van de PIT, met betrekking tot de pensioenuitkering van belanghebbende wordt voldaan aan de eis die wordt gesteld in artikel 18, lid 2, letter b, van het Verdrag. Belanghebbende stelt dat in zijn Portugese aangifte het pensioen ten onrechte aangegeven is voor 15% van het ontvangen bedrag, maar dat krachtens het artikel 54 van de PIT het pensioen volledig belastbaar is in Portugal.
4.2.2.De Rechtbank heeft onder 4.4 van haar uitspraak overwogen:
“Naar het oordeel van de Rechtbank is in artikel 54, derde lid, van de PT (Hof: PIT) (…) bepaald dat het eerste en het tweede lid van dat artikel niet van toepassing zijn (en dus de zogenoemde saldomethode niet geldt), op voorwaarde dat de premies voor het pensioen zijn betaald door een ander dan de ontvanger van het pensioen. Nu belanghebbende zelf ook premies heeft betaald voor het pensioen (…) is aan die voorwaarde van artikel 54, derde lid van de PT niet voldaan. (…)”
4.2.3.Het Hof is, anders dan de Rechtbank, van oordeel dat gelet op de tekst van het aangehaalde artikel 54 van de PIT en de toelichting op het Portugese recht, gegeven door het Portugese Ministerie van Financiën (zie onder 2.14), de pensioenuitkering volledig aan Portugese belastingheffing is onderworpen. Artikel 54, lid 1, van de PIT is in het geval van belanghebbende niet van toepassing, aangezien de pensioenpremies in Nederland niet tot het loon behoorden, dan wel aftrekbaar waren. Deze uitleg sluit naar het oordeel van het Hof aan bij de tekst (van de Engelse vertaling) van artikel 99, lid 4, van de PIT:
“For the purposes of Article 54, it is the recipient of the income that has the obligation to prove towards the paying entity that the amount which is due includes the reimbursement of capital paid by him or, in the case of contributions made by a person or entity other than the recipient, these contributions were total or partially taxed as income in his/her hands.”
Belanghebbende heeft gemotiveerd gesteld dat hij ook niet in aanmerking komt voor de vrijstelling krachtens de speciale regeling voor “non-habitual residents” bedoeld in artikel 16 van de PIT, omdat hij een reguliere inwoner is van Portugal. In dit geval wordt voldaan aan de eisen die artikel 18 van het Verdrag stelt om het heffingsrecht over de pensioenuitkeringen toe te wijzen aan het woonland van belanghebbende (Portugal). Dat het pensioen in Portugal ten onrechte voor slechts 15% is aangegeven, doet daaraan niet af.
4.2.4.De eerste in geschil zijnde vraag dient derhalve ontkennend te worden beantwoord, hetgeen tot een vernietiging van de aanslag IB/PVV leidt.