ECLI:NL:GHSHE:2018:2252
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bekrachtiging van de tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling wegens niet-nakoming van verplichtingen en het bekend worden van feiten die aanleiding zouden geven tot afwijzing van het verzoek tot toelating tot de schuldsaneringsregeling
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 24 mei 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep betreffende de tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling van de appellant. De rechtbank Limburg had eerder op 6 maart 2018 de schuldsaneringsregeling tussentijds beëindigd op verzoek van de bewindvoerder, omdat de appellant niet voldeed aan zijn verplichtingen uit de schuldsaneringsregeling. De appellant had verzocht om vernietiging van dit vonnis en om voortzetting van de schuldsaneringsregeling, eventueel met verlenging van de looptijd.
Tijdens de mondelinge behandeling op 16 mei 2018 heeft de appellant, bijgestaan door zijn advocaat, zijn standpunt toegelicht. De bewindvoerder heeft ook haar visie gegeven, waarbij zij aangaf dat de appellant zijn sollicitatie- en informatieverplichtingen niet was nagekomen. Het hof heeft vastgesteld dat de appellant, ondanks herhaalde waarschuwingen, niet had gesolliciteerd en geen bewijs had geleverd van zijn inspanningen. Bovendien had hij geen medische verklaringen overgelegd die zijn arbeidsongeschiktheid konden onderbouwen.
Het hof oordeelde dat de appellant niet alleen zijn sollicitatieverplichting had verzaakt, maar ook zijn informatieverplichting niet was nagekomen. De alcoholverslaving van de appellant, die hij niet had gemeld tijdens de toelatingszitting, werd als een belangrijke factor gezien die zijn situatie beïnvloedde. Het hof concludeerde dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat de schuldsaneringsregeling tussentijds moest worden beëindigd en dat er geen reden was voor verlenging. Het vonnis van de rechtbank werd bekrachtigd.