Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
5.Het verloop van de procedure
- het tussenarrest van 30 juli 2013;
- de hervatting van de zaak op 29 november 2016;
- het pleidooi van 23 januari 2018, waarbij beide partijen een pleitnota hebben overgelegd.
6.De verdere beoordeling
verkoper is een openbare maatschap, die wordt gevormd door [de vennootschap 4] , voornoemd, [de vennootschap 1] , voornoemd, en (…) [de vennootschap 3] ;
verkoper is gerechtigd tot de eigendom van een vordering ter grootte van een bedrag ad € 535.985,00 (…) op de vijfmansmaatschap [advocatuur en notariaat] Advocatuur en Notariaat (…);
met dien verstande dat hij van deze verplichting tot betaling bevrijd zal zijn indien en voor zover de vijfmansmaatschap betaalt.
- vernietiging van de tussenvonnissen van 22 juni 2011, 15 februari 2012, 18 april 2012 en 6 maart 2013, met alsnog afwijzing van de vorderingen van [geïntimeerde] ,
- indien de vordering van [geïntimeerde] wel toewijsbaar is: toewijzing tot een zodanig bedrag als zal blijken uit de alsnog samen te stellen slotbalans van de vijfmansmaatschap, rekening houdend met het aandeel van de vordering van [geïntimeerde] , en
- voor het geval het hof daar ten behoeve van de waarheidsvinding aanleiding toe ziet: het bevel aan [geïntimeerde] om bepaalde (in het petitum van de memorie van grieven gespecificeerde) stukken over te leggen,
- de notulen van de vergadering van de vijfmansmaatschap van 5 januari 2005 (prod. 8 bij conclusie van antwoord), waarin is vermeld:
- de getuigenverklaring in eerste aanleg van [betrokkene 4]
- de getuigenverklaring in eerste aanleg van [betrokkene 2] :
- de getuigenverklaring in eerste aanleg van [betrokkene 3] :
7.De uitspraak
- € 1.414,-- aan griffierecht, € 1.500,-- aan getuigentaxen en op € 6.394,50 aan salaris advocaat in eerste aanleg, en
- op € 99,82 aan dagvaardingskosten, op € 1.553,-- aan griffierecht en op € 9.483,-- aan salaris advocaat voor het hoger beroep;