ECLI:NL:GHSHE:2018:207
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Erfrechtelijke geschil over nalatenschap en legitieme portie met internationale aspecten
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch is behandeld, betreft het een hoger beroep van [appellante] tegen [geïntimeerde] in een erfrechtelijke kwestie. De zaak is ontstaan na het overlijden van de heer [erflater] in 2005, die in zijn testament [geïntimeerde] als enige erfgenaam heeft benoemd en zijn kinderen, [appellante] c.s., een legaat heeft nagelaten dat pas opeisbaar is na het overlijden van [geïntimeerde]. De kinderen betwisten de waardering van de nalatenschap door [geïntimeerde] en hebben in eerste aanleg vorderingen ingesteld om de verdeling van de nalatenschap vast te stellen en om informatie over de activa en passiva van de nalatenschap te verkrijgen. De rechtbank heeft in haar eindvonnis van 9 maart 2016 de waarde van de aanspraken van [appellante] c.s. vastgesteld op nihil, wat hen heeft doen besluiten in hoger beroep te gaan.
Het hof heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de vorderingen van [appellante] c.s. een processueel ondeelbare rechtsverhouding betreffen, wat betekent dat alle betrokken partijen in de procedure moeten worden betrokken. Het hof heeft ook geconstateerd dat de advocaat van [appellante] sinds april 2017 niet meer als advocaat is geregistreerd, wat heeft geleid tot een schorsing van de procedure. Het hof heeft [appellante] in de gelegenheid gesteld om haar mede-eisers in het geding te betrekken en heeft de verdere beslissing aangehouden. De uitspraak is gedaan op 23 januari 2018.