In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 26 april 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep over de tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling van de appellant, hierna te noemen [appellant]. De rechtbank Limburg had eerder op 20 februari 2018 de schuldsaneringsregeling beëindigd op verzoek van de bewindvoerder, omdat [appellant] een of meer verplichtingen uit de schuldsaneringsregeling niet naar behoren nakwam. Het hof heeft de zaak behandeld na een mondelinge zitting op 18 april 2018, waarbij [appellant] werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. A.F.G. Bergmans-Jeurissen, en de beschermingsbewindvoerder. Tijdens de zitting heeft [appellant] zijn standpunt toegelicht, waarbij hij aanvoerde dat zijn tekortkomingen niet toerekenbaar zijn vanwege zijn psychische problematiek, waaronder ADHD.
Het hof heeft vastgesteld dat [appellant] de sollicitatie- en arbeidsverplichting structureel niet nakomt, ondanks dat hij drie dagen per week vrijwilligerswerk verricht. Het hof oordeelt dat [appellant] niet in staat is om de verplichtingen uit de schuldsaneringsregeling na te komen en dat zijn tekortkomingen hem kunnen worden verweten. De bewindvoerder heeft aangegeven dat [appellant] sinds maart 2017 geen informatie meer heeft verstrekt over zijn sollicitaties, wat ook een schending van de informatieverplichting inhoudt. Het hof concludeert dat er geen termen zijn om de schuldsaneringsregeling te verlengen, gezien de herhaalde tekortkomingen van [appellant]. Het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank en concludeert dat de schuldsaneringsregeling van [appellant] terecht is beëindigd.