Uitspraak
GERECHTSHOF ‘s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in hoger beroep
2.De beoordeling
kanvormen, is onvoldoende om het hof te doen aannemen dat dat hier, met betrekking tot onderhavige procedures inzake de Wet bescherming persoonsgegevens, het geval is. Met inachtneming van de in de jurisprudentie van het Hof van Justitie aangehaalde criteria voor afwegingen inzake de evenredigheid ten aanzien van de vereiste te maken kosten in verhouding tot de gewenste voorziening, oordeelt het hof dat een bedrag van € 313,00 niet buitensporig hoog noch bovenmatig of anderszins in het kader van een beoordeling in verband met artikel 47 Handvest té hoog wordt geacht. Naar het oordeel van het hof wordt door het heffen van een griffierecht van € 313,00 in onderhavig kader de uitoefening van de rechten door [appellant] niet onmogelijk of uiterst moeilijk gemaakt.