Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
3.Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen
4.Gronden
5.Beslissing
bevestigtde uitspraak van de Rechtbank.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de belanghebbende tegen de uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, waarin een aanslag in de forensenbelasting voor het jaar 2015 is opgelegd. De belanghebbende heeft in de loop van het kalenderjaar een vakantiewoning verworven, die hij voor meer dan 90 dagen voor eigen gebruik aanhoudt. Zowel de belanghebbende als de voormalige eigenaar zijn aangeslagen in de forensenbelasting voor dezelfde woning. De belanghebbende betoogt dat de heffing niet is beoogd volgens de wetsgeschiedenis en dat een dergelijke dubbele heffing onredelijk is. Het Gerechtshof 's-Hertogenbosch oordeelt echter dat de heffing van meerdere eigenaren in hetzelfde jaar is toegestaan, en bevestigt de uitspraak van de Rechtbank. Het Hof stelt vast dat de heffingsambtenaar de aanslag terecht heeft opgelegd en dat de wetgeving geen ruimte biedt voor een tijdsevenredige berekening van de forensenbelasting. De slotsom is dat het hoger beroep ongegrond is en de uitspraak van de Rechtbank wordt bevestigd.