Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- de man, bijgestaan door mr. Schyns;
- de vrouw, bijgestaan door mr. Van der Woning.
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling in eerste aanleg op 11 augustus 2016;
- het V6-formulier met bijlagen van de advocaat van de vrouw d.d. 5 februari 2018;
- het V6-formulier met bijlagen van de advocaat van de man d.d. 9 februari 2018.
3.De beoordeling
.Mede gelet op door de vrouw ter zitting gegeven toelichting aangaande haar huidige situatie, acht het hof evenwel voldoende aannemelijk dat zij niet meer kan verdienen dan € 5.324,-- bruto per jaar, zoals ook tijdens het huwelijk van partijen het geval is geweest. Nu dit leidt tot een aanvullende behoefte die nagenoeg gelijk is aan de door de rechtbank becijferde aanvullende behoefte van € 497,-- netto ofwel € 746,-- bruto per maand, ziet het hof onvoldoende aanleiding de aanvullende behoefte van de vrouw opnieuw te berekenen.
pensioenuitkering (grief II)
Auto Citroën Xsara (C5 Tourer – –1.8 l6V Dynamique, kenteken [kenteken] )