Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.De Oranjecamping B.V. ,gevestigd te [vestigingsplaats] ,
[de vennootschap 2] ,gevestigd te [vestigingsplaats] ,
[geïntimeerde 3] ,wonende te [woonplaats] ,
5.Het verloop van de procedure
- het tussenarrest van 12 mei 2015;
- de memorie van grieven;
- de memorie van antwoord.
6.De verdere beoordeling
“Welke zekerheid wil je voor die 40K meer dan mijn woord dat ik je koste wat kost retour betaal?”(onderdeel van productie G, in eerste aanleg overgelegd bij brief van 14 maart 2014 van de raadsman van de holding).
Indien Project Brazilië geen 40K oplevert krijg je alle door jouw gewenste zekerheden tot ik aan dat bedrag voldaan heb.”(productie A bij voormelde brief van 14 maart 2014).
“Ik moet mijn huis te koop gaan zetten en ga dit doen”en
“om in 1x af te kunnen lossen”(onderdeel van productie E bij voormelde brief van 14 maart 2014).
“Heb jij een voorbeeld van een tweede hypotheekakte?”(onderdeel van voormelde productie E).
“In het kader van een man een man een woord een woord”.(onderdeel van productie G voornoemd).
…hierbij het volgende voorstel:”). Niet is gesteld of gebleken dat dit voorstel is aanvaard.
“Ik ben bereid te tekenen op OC BV en [de vennootschap 2] ”en dat dit wordt herhaald in de e-mail van 9 oktober 2014 (onderdeel van productie B).
“..september 2013”de bijlage is die bedoeld wordt in de mail van [betrokkene] van 3 september 2013. Uit dat voorstel van [betrokkene] blijkt dat maandelijks rente zou moeten worden voldaan en dat daarin geen bepaling is opgenomen dat de holding verder niets meer te vorderen heeft. Voormelde verschillen tussen het voorstel van [betrokkene] en de mail van [geïntimeerde 3] van 5 september 2013 acht het hof zodanig wezenlijk dat op dat moment niet van wilsovereenstemming tussen partijen kan worden gesproken. Niet is gesteld of gebleken dat na 5 september 2013 een overeenkomst tussen partijen is aangegaan.