ECLI:NL:GHSHE:2018:1088
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bancaire relatie en zorgplicht bij renteswaps in civiel recht
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, gaat het om een hoger beroep in een civiele procedure met betrekking tot bancaire relaties en renteswaps. De zaak betreft een geschil tussen een bank, rechtsopvolgster van een eerdere bank, en een vennootschap. De vennootschap had een renteswap-overeenkomst afgesloten en stelt dat de bank haar zorgplicht heeft geschonden, wat zou hebben geleid tot schade. Het hof heeft eerder in een tussenarrest van 24 oktober 2017 al beslissingen genomen over de begroting van de schade en de rol van de bank in deze. In het huidige arrest van 13 maart 2018 heeft het hof de vorderingen van de vennootschap afgewezen, omdat er geen causaal verband is aangetoond tussen de vermeende zorgplichtschending en de gestelde schade. Het hof oordeelt dat de vennootschap, met kennis van zaken, een weloverwogen keuze heeft gemaakt voor de renteswap-overeenkomsten en dat zij geen schade heeft geleden die voor vergoeding in aanmerking komt. De eerdere eindbeslissingen van het hof blijven staan, en de vennootschap wordt veroordeeld in de proceskosten. Het arrest is uitvoerbaar bij voorraad en de uitspraak is openbaar gedaan.