Uitspraak
GERECHTSHOF ̓s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg (zaaknummer 4899210\CV EXPL 16-2961)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep van 5 juli 2016;
- de memorie van grieven van [appellante] van 20 september 2016 met producties;
- de memorie van antwoord van [geïntimeerde] van 1 november 2016 met producties en eiswijziging (aangemerkt als incidenteel appel);
- de memorie van antwoord in het incidenteel appel van [appellante] van 27 december 2016 met producties;
3.De gronden van het hoger beroep
4.De beoordeling
opt-outverklaring als bedoeld in artikel 7:908 lid 2 BW ingediend. Daarmee heeft hij te kennen gegeven dat hij niet gebonden wenst te zijn aan de Duisenbergregeling.
subsidiair, op deze grond een verklaring voor recht dat [appellante] jegens hem toerekenbaar onrechtmatig heeft gehandeld en dat [appellante] daarom gehouden is alle door hem betaalde bedragen aan hem terug te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf de dag van betaling. Op de rol is de eiswijziging van [geïntimeerde] aangemerkt als incidenteel appel. [appellante] heeft tegen deze eisvermeerdering geen processueel bezwaar aangevoerd; het hof acht deze niet ontoelaatbaar.
subsidiairaangevoerde grond (onrechtmatige daad).
subsidiairevordering van [geïntimeerde] , zoals in hoger beroep bij incidenteel appel ingesteld, behoeft bij deze stand van zaken geen bespreking.