ECLI:NL:GHSHE:2017:5775

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
19 december 2017
Publicatiedatum
19 december 2017
Zaaknummer
200.206.318_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aanneming van werk en tekortkomingen bij sloopwerkzaamheden

In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, gaat het om een hoger beroep in een civiele procedure betreffende de aanneming van werk. De appellanten, een vennootschap onder firma en twee natuurlijke personen, hebben hoger beroep ingesteld tegen de vonnissen van de kantonrechter van de rechtbank Oost-Brabant. De zaak betreft de vraag of de aannemer tekortgeschoten is in de nakoming van zijn verplichtingen bij de uitvoering van sloopwerkzaamheden. Tevens wordt de waarschuwingsplicht van de aannemer onder de loep genomen, zoals vastgelegd in artikel 7:754 van het Burgerlijk Wetboek.

De procedure in eerste aanleg heeft geleid tot vonnissen op 4 februari 2016 en 22 september 2016, waarin de appellanten als gedaagden in conventie en eisers in reconventie zijn aangemerkt. De geïntimeerde, een vennootschap, heeft de appellanten gedagvaard en is als eiseres in conventie en verweerster in reconventie opgetreden. Het hof heeft de appellanten in de gelegenheid gesteld om pleidooi te houden, waarbij de datum voor het pleidooi is vastgesteld op 10 april 2018. Het hof heeft verder bepaald dat de advocaat van de appellanten binnen twee weken na de datum van het arrest een kopie van het volledige procesdossier moet indienen bij het hof. De uitspraak is gedaan door een collegiaal hof, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken op 19 december 2017.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Afdeling civiel recht
zaaknummer 200.206.318/01
arrest van 19 december 2017
in de zaak van

1.V.O.F. [V.O.F.] ,gevestigd te [vestigingsplaats] ,

2.
[appellant 2] ,wonende te [woonplaats] ,
3.
[appellant 3] ,wonende te [woonplaats] ,
appellanten,
advocaat: mr. B. Anik te Arnhem,
tegen
[de vennootschap] ,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
geïntimeerde,
advocaat: mr. J. de Roo te Oosterhout,
op het bij exploot van dagvaarding van 14 december 2016 ingeleide hoger beroep van de vonnissen van de kantonrechter van de rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats
's-Hertogenbosch van 4 februari 2016 en 22 september 2016, gewezen tussen appellanten als gedaagden in conventie, eisers in reconventie en geïntimeerde als eiseres in conventie, verweerster in reconventie.

1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer 4292344/15-6075)

Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar voormelde vonnissen.

2.Het geding in hoger beroep

Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding in hoger beroep;
  • de memorie van grieven met productie;
  • de memorie van antwoord.
Appellanten hebben pleidooi gevraagd.

3.De beoordeling

Het hof zal het verzoek om een datum voor pleidooi te bepalen honoreren. Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

4.De uitspraak

Het hof:
bepaalt dat partijen gelegenheid wordt geboden voor pleidooi;
bepaalt dat daartoe zitting zal worden gehouden op
10 april 2018 om 15.00 uurin het Paleis van Justitie aan de Leeghwaterlaan 8 te ’s-Hertogenbosch;
bepaalt dat de advocaat van appellanten
binnen twee wekenna de datum van dit arrest een kopie van het volledige procesdossier
in viervoudzal indienen bij het hof;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. D.A.E.M. Hulskes, W.J.J. Beurskens en S.C.H. Molin en in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 19 december 2017.
griffier rolraadsheer