ECLI:NL:GHSHE:2017:5758

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
19 december 2017
Publicatiedatum
19 december 2017
Zaaknummer
200.200.447_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake exoneratiebeding in algemene voorwaarden en vervolgschade

In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingeleid door Vastgoed B.V. tegen Lampen B.V. Het hoger beroep betreft een geschil over de toepassing van een exoneratiebeding in de algemene voorwaarden van de leverancier, waarbij de leverancier zich beroept op dit beding ter zake van vervolgschade. De rechtbank Zeeland West Brabant had eerder vonnissen gewezen op 5 augustus 2015 en 25 mei 2016, waartegen Vastgoed B.V. in hoger beroep is gegaan. Het hof heeft op 19 december 2017 uitspraak gedaan en bepaald dat het verzoek om een datum voor pleidooi wordt gehonoreerd. De zitting voor het pleidooi is gepland op 12 februari 2018. Het hof heeft iedere verdere beslissing aangehouden tot na het pleidooi. De uitspraak is gedaan door een collegiaal hof bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken door de rolraadsheer.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Afdeling civiel recht
zaaknummer 200.200.447/01
arrest van 19 december 2017
in de zaak van
[vastgoed] Vastgoed B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
appellante,
advocaat: mr. B. van Leeuwen te Goes,
tegen
[lampen] Lampen B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
geïntimeerde,
advocaat: mr. J.B. de Meester te Middelburg,
op het bij exploot van dagvaarding van 23 augustus 2016 ingeleide hoger beroep van de vonnissen van de rechtbank Zeeland West Brabant, zittingsplaats Middelburg van 5 augustus 2015 en 25 mei 2016, gewezen tussen appellante als gedaagde in conventie/eiserres in reconventie, en geïntimeerde als eiseres in conventie/gedaagde in reconventie.

1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer C/02/284471 / HA ZA 14-495)

Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar voormelde vonnissen.

2.Het geding in hoger beroep

Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding in hoger beroep;
  • de memorie van grieven met producties;
  • de memorie van antwoord;
Appellante heeft pleidooi gevraagd.

3.De beoordeling

Het hof zal het verzoek om een datum voor pleidooi te bepalen honoreren. Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

4.De uitspraak

Het hof:
bepaalt dat partijen gelegenheid wordt geboden voor pleidooi;
bepaalt dat daartoe zitting zal worden gehouden op
12 februari 2018 om 11.00 uurin het Paleis van Justitie aan de Leeghwaterlaan 8 te ’s-Hertogenbosch;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. C.W.T. Vriezen, J.I.M.W. Bartelds en O.G.H. Milar en in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 19 december 2017.
griffier rolraadsheer