ECLI:NL:GHSHE:2017:5750

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
19 december 2017
Publicatiedatum
19 december 2017
Zaaknummer
200.193.575_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Deskundigenonderzoek naar handtekening in civiele procedure

In deze civiele procedure, behandeld door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, is op 19 december 2017 een tussenarrest gewezen in het hoger beroep van een zaak die eerder door de rechtbank Limburg is behandeld. De appellant, wonend in België, heeft beroep ingesteld tegen de geïntimeerde, die in Nederland woont. De zaak betreft een geschil dat voortvloeit uit eerdere vonnissen van de rechtbank, gedateerd op 29 juli 2015 en 16 maart 2016. In het tussenarrest van 17 oktober 2017 heeft het hof overwogen om een deskundige te benoemen voor het onderzoek naar de authenticiteit van een handtekening op een kwitantie van 3 maart 2006. De heer W.C. de Jong van Niehoff & De Jong Forensisch Schriftonderzoek is benoemd als deskundige. Beide partijen hebben geen bezwaar gemaakt tegen de benoeming van de deskundige en de voorgestelde vraagstelling. Het hof heeft bepaald dat de kosten van de deskundige voorlopig ten laste van de geïntimeerde komen. De deskundige zal onderzoek verrichten naar de vraag of de handtekening op de kwitantie door de appellant is geplaatst en wat verder van belang is om op te merken. De partijen zijn verplicht om binnen een week na het arrest de benodigde processtukken aan de deskundige ter beschikking te stellen. Het hof heeft ook een voorschot op de kosten van de deskundige vastgesteld op € 2.420, inclusief btw, dat door de geïntimeerde moet worden voldaan. De zaak is verwezen naar de rol van 17 april 2018 in afwachting van het deskundigenbericht.

Uitspraak

GERECHTSHOF ‘s-HERTOGENBOSCH
Afdeling civiel recht
zaaknummer 200.193.575/01
arrest van 19 december 2017
in de zaak van
[appellant] ,
wonend te [woonplaats] (België),
appellant,
verder: [appellant] ,
advocaat: mr. C.C.C.A.M. Kuijken te Valkenswaard,
tegen:
[geïntimeerde] ,
wonende te [woonplaats] ,
geïntimeerde,
verder: [geïntimeerde] ,
advocaat: mr. R.H.G. Kerckhoffs te Maastricht,
als vervolg op het tussenarrest van dit hof van 17 oktober 2017 in het hoger beroep van de door de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, onder zaak-/rolnummer C/03/185953/HA ZA 13-444 tussen partijen gewezen vonnissen van 29 juli 2015 en 16 maart 2016.

6.Het verdere verloop van het geding

Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenarrest van 17 oktober 2017;
  • de akte van [appellant] van 14 november 2017;
  • de akte van [geïntimeerde] van 14 november 2017.
Partijen hebben arrest gevraagd.

7.De verdere beoordeling

7.1
Bij tussenarrest van 17 oktober 2017 heeft het hof overwogen voornemens te zijn een deskundige te benoemen ter beantwoording van de daarin opgenomen vragen en daartoe de heer W.C. de Jong (Niehoff & De Jong Forensisch Schriftonderzoek te [vestigingsplaats] ) te benaderen. Het hof heeft partijen in de gelegenheid gesteld zich over dit voornemen en de voorgestelde vraagstelling uit te laten.
7.2
[appellant] heeft zich gerefereerd ten aanzien van de persoon van de door het hof te benoemen deskundige en ten aanzien van de voorgestelde vraagstelling. [geïntimeerde] heeft laten weten geen bezwaar te hebben tegen de voorgestelde deskundige en vraagstelling.
7.3
Het hof heeft de heer De Jong bereid gevonden als deskundige op te treden. Zoals in het tussenarrest aangekondigd, zal het hof de kosten van de deskundige voorshands ten laste van [geïntimeerde] brengen.
7.4
Het hof zal iedere verdere beslissing aanhouden.

8.De uitspraak

8.1
bepaalt dat een deskundigenonderzoek wordt verricht naar de volgende vragen:
kunt u vaststellen of de eerste handtekening/paraaf op de kwitantie van 3 maart 2006 daarop is geplaatst door de heer [appellant] ?
wat acht u verder van belang om op te merken?
8.2
benoemt tot deskundige ter beantwoording van deze vragen:
de heer W.C. de Jong,
Niehoff & De Jong, Forensisch Schrift- en Documentenonderzoek,
[adres] ,
[postcode] [vestigingsplaats] ,
telefoon: [telefoonnummer] ,
e-mail: [e-mailadres] ;
8.3
bepaalt dat de griffier van dit hof een afschrift van dit arrest aan de deskundige toezendt;
bepaalt dat partijen binnen één week na de datum van dit arrest (een afschrift van) de verdere processtukken aan de deskundige ter beschikking zullen stellen en alle door deze gewenste inlichtingen zullen verstrekken;
8.4
bepaalt dat de deskundige eerst met het onderzoek begint nadat daartoe van de griffier bericht is ontvangen;
bepaalt dat de deskundige bij het onderzoek –
en ten aanzien van de conceptrapportage– partijen in de gelegenheid stelt opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en dat uit het schriftelijk bericht van de deskundige moet blijken of aan dit voorschrift is voldaan, terwijl in het bericht tevens melding wordt gemaakt van de inhoud van zodanige opmerkingen en verzoeken;
verzoekt de deskundige een schriftelijk en met redenen omkleed bericht, met een duidelijke conclusie, in te leveren ter griffie van dit hof en tegelijkertijd een afschrift van het bericht aan de advocaten van partijen toe te zenden;
bepaalt de termijn waarbinnen het schriftelijk, ondertekend bericht ter griffie van dit hof (postbus 70583, 5201 CZ 's-Hertogenbosch) moet worden ingeleverd op
drie maandennadat door de griffier is bericht dat met het onderzoek kan worden begonnen;
8.5
bepaalt het voorschot op de kosten van de deskundige op het door de deskundige begrote bedrag van € 2.420,= inclusief btw, tenzij (één van) partijen binnen veertien dagen na deze uitspraak
bij brief aan de griffier van dit hofmet afschrift aan de wederpartij (die binnen twee dagen hierop kan reageren bij brief aan de griffier van dit hof met afschrift aan de wederpartij)tegen de hoogte van het voorschot bezwaar heeft/hebben gemaakt, in welk geval het hof op het bezwaar/de bezwaren zal beslissen en de hoogte van het voorschot zal bepalen;
bepaalt dat partij [geïntimeerde] genoemd voorschot van € 2.420,= inclusief btw zal voldoen na ontvangst van de nota met betaalinstructies die door het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak zal worden verzonden;
verzoekt de deskundige, indien zijn kosten het voorschot te boven mochten gaan, het hof daarover tijdig in te lichten;
8.6
benoemt mr. B.A. Meulenbroek tot raadsheer-commissaris, tot wie de deskundige zich, door tussenkomst van de griffier (het Bureau Deskundigen van dit hof) dient te wenden met (procedurele) vragen en verzoeken indien het onderzoek daartoe aanleiding geeft;
8.7
verwijst de zaak naar de rol van dinsdag 17 april 2018 in afwachting van het deskundigenbericht;
verstaat dat de zaak na ontvangst van het deskundigenbericht naar de rol wordt verwezen voor memorie na deskundigenbericht aan de zijde van partij [geïntimeerde] ;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. B.A. Meulenbroek, I.B.N. Keizer en M.G.W.M. Stienissen en in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 19 december 2017.
griffier rolraadsheer