ECLI:NL:GHSHE:2017:5748

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
19 december 2017
Publicatiedatum
19 december 2017
Zaaknummer
200.179.874_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Deskundigenonderzoek en getuigenverhoor in civiele procedure

In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, betreft het een hoger beroep van een appellant tegen Internationaal Transport BVBA. De zaak is een vervolg op een eerder tussenarrest van 1 augustus 2017, waarin het hof had besloten dat er een deskundigenonderzoek moest plaatsvinden. Het hof heeft op 19 december 2017 een arrest gewezen waarin het deskundigenonderzoek werd bepaald. De deskundige, mr. drs. P.A. van Steensel RA, werd benoemd om vragen te beantwoorden over de stille reserve van vrachtwagens en containers van Services Wegtransport B.V. per 31 december 2010. Het hof heeft ook de procedure rondom het getuigenverhoor vastgesteld, waarbij de appellant bewijs wil leveren dat goodwill in de zin van de overeenkomst van 1 september 2006 de contante waarde van de overwinst betreft. De zaak is doorverwezen naar de rol voor opgave van het aantal getuigen en verhinderdata, met een verdere beslissing die is aangehouden. Het arrest is openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 19 december 2017.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Afdeling civiel recht
zaaknummer 200.179.874/01
arrest van 19 december 2017
in de zaak van
[appellant],
wonende te [woonplaats] ,
appellant,
advocaat: mr. J.H.M. Daniëls te Sittard,
tegen
[Internationaal Transport BVBA] Internationaal Transport BVBA,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
geïntimeerde,
advocaat: mr. H.H.T. Beukers te Eindhoven,
als vervolg op het door het hof gewezen tussenarrest van 1 augustus 2017 in het hoger beroep van het door de rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond onder zaaknummer C/04/119299/ HA ZA 12-335 gewezen vonnis van 10 augustus 2015.

5.Het verloop van de procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenarrest van 1 augustus 2017;
  • de akte van [appellant] ;
  • de antwoordakte van [geïntimeerde] .
Het hof heeft daarna een datum voor arrest bepaald.

6.De verdere beoordeling

6.1.
Bij genoemd tussenarrest is de zaak naar de rol verwezen voor het nemen van aktes door partijen omtrent het door het hof voorgenomen deskundigenbericht. Het hof blijft bij hetgeen in dat tussenarrest is overwogen. Thans zal het deskundigenbericht worden bepaald.
6.2.
Tevens zal het in het tussenarrest aangekondigde getuigenverhoor worden bepaald.
6.3.
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

7.De uitspraak

Het hof:
deskundigenbericht
bepaalt dat een deskundigenonderzoek wordt verricht naar de in rechtsoverweging 3.8. van het arrest van 1 augustus 2017 geformuleerde vragen of per 31 december 2010 ter zake van de vrachtwagens en containers van [Services Wegtransport B.V.] Services Wegtransport B.V. een stille reserve kan worden vastgesteld en zo ja, van welke omvang en of er nog meer van belang zijnde opmerkingen zijn te maken;
benoemt tot deskundige ter beantwoording van deze vragen:
mr. drs. P.A. van Steensel RA
Postbus [postbus]
[postcode] [plaats]
[telefoonnummer]
bepaalt dat de griffier van dit hof een afschrift van dit arrest aan de deskundige toezendt;
bepaalt dat partijen binnen één week na de datum van dit arrest (een afschrift van) de verdere processtukken aan de deskundige ter beschikking zullen stellen en alle door deze gewenste inlichtingen zullen verstrekken;
bepaalt dat de deskundige eerst met het onderzoek begint nadat daartoe van de griffier bericht is ontvangen;
bepaalt dat de deskundige bij het onderzoek –
en ten aanzien van de conceptrapportage– partijen in de gelegenheid stelt opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en dat uit het schriftelijk bericht van de deskundige moet blijken of aan dit voorschrift is voldaan, terwijl in het bericht tevens melding wordt gemaakt van de inhoud van zodanige opmerkingen en verzoeken;
verzoekt de deskundige een schriftelijk en met redenen omkleed bericht, met een duidelijke conclusie, in te leveren ter griffie van dit hof en tegelijkertijd een afschrift van het bericht aan de advocaten van partijen toe te zenden;
bepaalt de termijn waarbinnen het schriftelijk, ondertekend bericht ter griffie van dit hof (postbus 70583, 5201 CZ 's-Hertogenbosch) moet worden ingeleverd op
drie maandennadat door de griffier is bericht dat met het onderzoek kan worden begonnen;
bepaalt het voorschot op de kosten van de deskundige op het door de deskundige begrote bedrag van € 13.200,- inclusief omzetbelasting, tenzij (één van) partijen binnen veertien dagen na deze uitspraak
bij brief aan de griffier van dit hofmet afschrift aan de wederpartij (die binnen twee dagen hierop kan reageren bij brief aan de griffier van dit hof met afschrift aan de wederpartij)tegen de hoogte van het voorschot bezwaar heeft/hebben gemaakt, in welk geval het hof op het bezwaar/de bezwaren zal beslissen en de hoogte van het voorschot zal bepalen;
bepaalt dat [appellant] genoemd voorschot van € 13.200,- zal overmaken na ontvangst van de nota met betaalinstructies die door het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak zal worden verzonden;
verzoekt de deskundige, indien zijn kosten het voorschot te boven mochten gaan, het hof daarover tijdig in te lichten;
benoemt mr. O.G.H. Milar tot raadsheer-commissaris, tot wie de deskundige zich, door tussenkomst van de griffier (het Bureau Deskundigen van dit hof) dient te wenden met (procedurele) vragen en verzoeken indien het onderzoek daartoe aanleiding geeft;
getuigenverhoor
laat [appellant] toe te bewijzen dat onder goodwill in de zin van de overeenkomst van 1 september 2006 dient te worden verstaan de contante/gekapitaliseerde waarde van de overwinst, dat wil zeggen de normale jaarwinst;
bepaalt, voor het geval [appellant] bewijs door getuigen wil leveren, dat getuigen zullen worden gehoord ten overstaan van mr. O.G.H. Milar als raadsheer-commissaris, die daartoe zitting zal houden in het Paleis van Justitie aan de Leeghwaterlaan 8 te 's-Hertogenbosch op een door deze te bepalen datum;
verwijst de zaak naar de rol van
9 januari 2018voor opgave van het aantal getuigen en van de verhinderdata van partijen zelf, hun advocaten en de getuige(n) in de periode van 4 tot 12 weken na voormelde datum;
bepaalt dat de raadsheer-commissaris na genoemde roldatum dag en uur van het getuigenverhoor zal vaststellen;
bepaalt dat de advocaat van [appellant] tenminste zeven dagen voor het verhoor de namen en woonplaatsen van de te horen getuigen zal opgeven aan de wederpartij en aan de civiele griffie;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. O.G.H. Milar, L.S. Frakes en S.O.H. Bakkerus en in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 19 december 2017.
griffier rolraadsheer