Uitspraak
5.Het verdere verloop van de procedure
6.De verdere beoordeling
eventueelreeds ter uitvoering van het vonnis zou worden voldaan;
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellant] tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Limburg, waarin [appellant] werd veroordeeld tot betaling van een premieachterstand aan [zorgverzekeraar]. De zaak betreft een zorgverzekering die [appellant] had bij [zorgverzekeraar] in de jaren 2013 en 2014. [appellant] had een premieachterstand van € 684,11 en een eigen risico van € 850,-- dat hij diende te voldoen na een uitkering door [zorgverzekeraar] aan een zorgverlener. In eerste aanleg heeft de kantonrechter geoordeeld dat [appellant] onvoldoende had onderbouwd dat hij aan zijn betalingsverplichtingen had voldaan, en dat de aanmelding bij het Zorginstituut Nederland terecht was gedaan.
In hoger beroep heeft [appellant] vijf grieven ingediend, waarin hij onder andere betwist dat hij een premieachterstand had en dat de aanmelding bij het Zorginstituut Nederland onterecht was. Het hof heeft echter geoordeeld dat de grieven falen. Het hof bevestigt dat [appellant] een premieachterstand heeft laten ontstaan en dat de aanmelding bij het Zorginstituut Nederland een wettelijke verplichting was voor [zorgverzekeraar]. Het hof bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter en wijst de vorderingen van [appellant] in hoger beroep af, waarbij [appellant] wordt veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep.