Uitspraak
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- het beroepschrift, ingekomen ter griffie op 22 juni 2017;
- het procesdossier van de eerste aanleg, ingekomen ter griffie op 14 juli 2017;
- het verweerschrift, ingekomen ter griffie op 28 september 2017;
3.De beoordeling
De feiten, 2.a tot en met kk.
in eerste aanleg, met dien verstande dat inzet van het hoger beroep is dat de arbeidsovereenkomst wordt hersteld tegen een, door het hof te bepalen datum,
in de toekomst.
- Drukt zich zowel mondeling als schriftelijk duidelijk uit, hanteert een logische opbouw en onderbouwt de boodschap met duidelijke argumenten, passend bij de doelgroep.
geenvoorzieningen getroffen moeten worden, althans dat rekening gehouden moet worden met de genoten uitkeringen. Het hof gaat ervan uit dat [appellante] de door haar ontvangen uitkeringen kan behouden nu de arbeidsovereenkomst eerst per 1 februari 2018 hersteld dient te worden. Om deze redenen ziet het hof geen aanleiding voorzieningen te treffen omtrent de rechtsgevolgen van de onderbreking van de arbeidsovereenkomst.