ECLI:NL:GHSHE:2017:5356

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
5 december 2017
Publicatiedatum
5 december 2017
Zaaknummer
200.202.295_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Arbeidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake vordering ex artikel 7:661 Burgerlijk Wetboek

In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, betreft het een hoger beroep van Global Fresh Trade International B.V. tegen een vonnis van de kantonrechter van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. Het hoger beroep is ingeleid op 10 oktober 2016, en het vonnis waartegen beroep is ingesteld dateert van 27 juli 2016. De appellante, vertegenwoordigd door mr. D.G. Veldhuizen, heeft het hof verzocht om een datum voor pleidooi te bepalen. De geïntimeerde, vertegenwoordigd door mr. C.C. Buijsman-Kip, heeft gereageerd op de memorie van grieven en de memorie van antwoord met producties. Het hof heeft in zijn uitspraak van 5 december 2017 bepaald dat partijen de gelegenheid krijgen om pleidooi te houden op 13 april 2018 om 9.00 uur in het Paleis van Justitie te 's-Hertogenbosch. Het hof heeft iedere verdere beslissing aangehouden tot na het pleidooi. Deze uitspraak is openbaar gedaan door de rolraadsheer op de genoemde datum.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Afdeling civiel recht
zaaknummer 200.202.295/01
arrest van 5 december 2017
in de zaak van
Global Fresh Trade International B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
appellante,
advocaat: mr. D.G. Veldhuizen te Amsterdam,
tegen
[geïntimeerde] ,
wonende te [woonplaats] ,
geïntimeerde,
advocaat: mr. C.C. Buijsman-Kip te Haarlem,
op het bij exploot van dagvaarding van 10 oktober 2016 ingeleide hoger beroep van het vonnis van de kantonrechter van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Middelburg van 27 juli 2016, gewezen tussen appellante als eiseres en geïntimeerde als gedaagde.

1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer 4892180/16-1574)

Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar voormeld vonnis.

2.Het geding in hoger beroep

Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding in hoger beroep;
  • de memorie van grieven met producties;
  • de memorie van antwoord met producties.
Appellante heeft pleidooi gevraagd.

3.De beoordeling

Het hof zal het verzoek om een datum voor pleidooi te bepalen honoreren. Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

4.De uitspraak

Het hof:
bepaalt dat partijen gelegenheid wordt geboden voor pleidooi;
bepaalt dat daartoe zitting zal worden gehouden op
13 april 2018 om 9.00 uurin het Paleis van Justitie aan de Leeghwaterlaan 8 te ’s-Hertogenbosch;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. M.G.W.M. Stienissen, P.P.M. Rousseau en H.AE. Uniken Venema en in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 5 december 2017.
griffier rolraadsheer