Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer 3342912 CV EXPL 14-9715)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep;
- het tussenarrest van 29 september 2015, waarbij een comparitie na aanbrengen is gelast;
- het proces-verbaal van die comparitie van partijen van 18 januari 2016;
- de memorie van grieven met twee producties;
- de memorie van antwoord met een productie;
- het pleidooi van 6 oktober 2016, waarbij partijen pleitnotities hebben overgelegd.
3.De beoordeling
is hierbij nogmaals meegedeeld dat verlof vanaf 10 februari 2014 niet zou worden toegestaan.
- voor recht te verklaren dat het gegeven ontslag op staande voet nietig is;
[appellant] heeft weliswaar aangevoerd dat [personeelslid van Intersant] enkel ondersteunende activiteiten verrichtte en dat de telefoon kon worden doorgeschakeld naar [makelaardij] Makelaardij, terwijl hij ook zelf bereikbaar bleef, maar dat doet niet af aan het door Intersant gestelde feit feit dat haar kantoor gedurende die twee weken feitelijk niet bemand werd door een medewerker die de gebruikelijke werkzaamheden kon voortzetten.