Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
Doodslag.
in verminderde matetoe te rekenen omdat onderzoeker nog steeds van mening is dat ten tijde van het ten laste gelegde sprake was van een heftig ontregeld psychotisch beeld, en ook in het aanvullende onderzoek niet duidelijker is geworden in hoeverre het handelen volledig beïnvloed werd door verdachtes paranoïde wanen of voor een groot gedeelte (pg. 13).
verminderdtoerekeningsvatbaar te achten, waarbij de bijdrage van de pathologie aan het ten laste gelegde nog steeds als meer prominent wordt gezien dan de situatieve aspecten (sociale omstandigheden, mogelijke conflictopbouw, het gebruik van cannabis de avond voorafgaande aan het ten laste gelegde) (pg. 13/14).
ten tijde van het ten laste gelegde sprake was van een heftig ontregeld psychotisch beeld. Het klinische oordeel dat het risico op herhaling groot is, wordt bevestigd door de afname van een risicotaxatie-instrument als de HKT-R. Factoren die van invloed zijn, als ook in het eerdere rapport genoemd, zijn de psychose, het middelengebruik, de justitiële voorgeschiedenis, arbeidsverleden en schending van behandelafspraken. Ook impulsiviteit, het ontbreken van behandelinzicht, sociale vaardigheden en coping spelen een rol. Daarnaast zijn er de penibele psychosociale omstandigheden, waarbij het ontbreken van werk, woonplek en een positief sociaal netwerk van belang zijn.
dat een langdurige behandeling noodzakelijk is om de kans op herhaling van geweldsdelicten naar een aanvaardbaar peil terug te brengen. Na bijna een jaar antipsychotica te hebben gebruikt, is er weliswaar een verbetering van het beeld, maar onderliggend is de paranoïde nog steeds aanwezig. Omstandigheden in de omgeving kunnen deze weer doen opvlammen. Daar komt bij dat betrokkene in wezen niet gemotiveerd is voor de medicatie, en zonder enige dwang zal betrokkene naar alle waarschijnlijkheid hiermee stoppen. (pg. 14).Geconcludeerd is dat het aanvullend onderzoek de conclusies van het PBC onderzoek uit 2015 heeft bevestigd. Rapporteur is nog steeds van mening dat
betrokkene lijdend is aan een ziekelijke stoornis van de geestvermogens (waaronder schizofrenie), en dat hij vanuit deze stoornis een reëel en ernstig gevaar vormt voor personen in zijn omgeving. Met betrekking tot het destijds gegeven advies van terbeschikkingstelling met verpleging heeft het aanvullend onderzoek geen aanleiding gegeven anders te adviseren (pg. 14).
Wijziging van het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Strafvordering en het Wetboek van Strafrecht teneinde de vergoeding van affectieschade mogelijk te maken en het verhaal daarvan alsmede het verhaal van verplaatste schade door derden in het strafproces te bevorderen’ [27] op 9 mei 2017 door de Tweede Kamer is aangenomen en ter behandeling in de Eerste Kamer aanhangig is. Gelet op deze stand van zaken is het hof van oordeel dat het de rechtsvormende taak van de rechter te buiten gaat om, vooruitlopend op het wetgevingsproces, maatstaven te ontwikkelen voor het beoordelen van dergelijke schade. Een dergelijke beoordeling levert bovendien een onevenredige belasting op van het strafproces. De benadeelde partij dient daarom in zoverre niet-ontvankelijk te worden verklaard in haar vordering.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) jaren.
ter beschikking wordt gestelden beveelt dat hij van overheidswege zal worden verpleegd.