3.1.In dit hoger beroep kan worden uitgegaan van de volgende feiten.
i. Sinds 5 maart 2010 huurt [appellant] van Heemwonen de woning aan het adres [straatnaam] [huisnummer 1] te [woonplaats]. De woning bestaat uit een appartement in een appartementencomplex.
ii. Direct naast en tegen het door [appellant] gehuurde appartement, bevindt zich het eveneens door Heemwonen verhuurde appartement met het adres [straatnaam] [huisnummer 2]. Die woning wordt gehuurd en bewoond door mevrouw [buurvrouw] (hierna: [buurvrouw]).
iii. [appellant] heeft in de periode van begin 2012 tot medio 2015 42 keer door middel van een “Formulier overlastmelding” bij Heemwonen geklaagd over geluidsoverlast die volgens hem werd veroorzaakt door [buurvrouw] of door bezoekers die zich met instemming van [buurvrouw] in de woning van [buurvrouw] bevonden.
iv. [appellant] heeft een schriftelijke verklaring van 14 april 2015 van de heer [getuige] overgelegd. In deze verklaring staat onder meer het volgende:
“Ondergetekende (…) verklaart hierbij dat hij op 09-03-2012 als bezoeker aanwezig was in de woning van Dhr. [appellant] (…) en heeft gehoord dat de buren van [straatnaam] [huisnummer 2] (…) geluidsoverlast/burenoverlast veroorzaakten.
Ik herinner mij dat nog goed, omdat ik de geluidsoverlast extreem vond, de muziek beurtelings zacht, dan wel heel hard werd gezet, met luidruchtig praten.
[appellant] vertelde mij dat dit wel vaker voor kwam, en dat hij ook nu weer een overlastmelding zou indienen bij de woningcorporatie. (…)”
v. Van andere bewoners van het appartementencomplex heeft Heemwonen geen klachten ontvangen over vanuit de woning van [buurvrouw] veroorzaakte geluidsoverlast. Een medewerkster van Heemwonen heeft meerdere omwonenden bezocht en navraag gedaan naar door [buurvrouw] veroorzaakte overlast. Geen van die omwonenden heeft tijdens deze bezoeken aangegeven overlast te ondervinden.
vi. [appellant] heeft ook bij de politie geklaagd over de geluidsoverlast die volgens hem werd veroorzaakt door [buurvrouw] of door bezoekers die zich met instemming van [buurvrouw] in de woning van [buurvrouw] bevonden. De politie heeft deze overlast zelf nimmer geconstateerd.
vii. Heemwonen heeft contact opgenomen met [buurvrouw]. Zij heeft tegenover Heemwonen ontkend geluidsoverlast te veroorzaken.
viii. Heemwonen heeft [appellant] meermalen, onder meer bij brieven van 20 augustus 2013, 3 september 2014, 18 november 2014, 27 maart 2015 en 29 april 2015, verzocht om mee te werken aan het inschakelen van buurtbemiddeling. In deze brieven heeft Heemwonen uiteengezet dat buurtbemiddeling bedoeld is voor conflicten tussen buurtbewoners die klachten ondervinden over bijvoorbeeld geluidsoverlast, en dat de medewerkers van buurtbemiddeling getraind zijn in conflictbemiddeling, een onpartijdige houding hebben, beide partijen hun verhaal laten vertellen, en zoeken naar een gezamenlijke oplossing. [appellant] heeft geweigerd om mee te werken aan buurtbemiddeling.
ix. Begin 2015 heeft [appellant] bij brief van zijn toenmalig advocaat Heemwonen gesommeerd om concrete stappen te ondernemen om de door [buurvrouw] veroorzaakte geluidsoverlast te beëindigen. Als reactie op die brief heeft Heemwonen ook de toenmalig advocaat van [appellant] gewezen op de mogelijkheid van buurbemiddeling.
3.2.1.In de onderhavige procedure vordert [appellant] primair:
veroordeling van Heemwonen om binnen vier weken na de datum van het te wijzen vonnis zodanige maatregelen te nemen tegen [buurvrouw] dat daardoor de (geluids-)overlast jegens [appellant] wordt beëindigd, op straffe van een dwangsom;
veroordeling van Heemwonen om [appellant] in kennis te stellen van alle jegens [buurvrouw] in het kader van het bestrijden van de overlast te ondernemen en genomen maatregelen.
[appellant] vordert subsidiair, voor het geval Heemwonen er niet in slaagt om de geluidsoverlast jegens [appellant] weg te nemen binnen een termijn van vier weken, veroordeling van Heemwonen om mee te werken aan een verhuizing van [appellant] naar een andere gelijkwaardige woning van Heemwonen, met veroordeling van Heemwonen om aan [appellant] alle redelijke verhuis- en herinrichtingskosten, althans een bedrag van € 7.500,--, te vergoeden.
Voorts vordert [appellant] (primair en subsidiair) veroordeling van Heemwonen tot betaling van € 1.000,-- ter zake gederfd woongenot.
3.2.2.Heemwonen heeft verweer gevoerd. Dat verweer zal, voor zover in hoger beroep van belang, in het navolgende aan de orde komen.
3.2.3.In het beroepen vonnis heeft de kantonrechter de vorderingen van [appellant] afgewezen en [appellant] in de proceskosten veroordeeld.