ECLI:NL:GHSHE:2017:5130
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake partneralimentatie en verdeling huwelijksgemeenschap na echtscheiding
In deze zaak gaat het om een hoger beroep betreffende de partneralimentatie en de verdeling van de huwelijksgemeenschap na de echtscheiding van partijen. Het huwelijk van de man en de vrouw is op 16 september 2016 ontbonden. De rechtbank Limburg had in eerste aanleg op 11 augustus 2016 een beschikking gegeven waarin de partneralimentatie voor de vrouw was vastgesteld op € 1.307,- per maand, ingaande op de datum van inschrijving van de echtscheidingsbeschikking. De man is op 3 november 2016 in hoger beroep gekomen van deze beschikking, terwijl de vrouw op 14 december 2016 een verweerschrift met incidenteel hoger beroep heeft ingediend. De man verzocht om een verhoging van de partneralimentatie naar € 2.996,- per maand en om een taxatie van de echtelijke woning. De vrouw verzocht om de verzoeken van de man af te wijzen en om de verdeling van de huwelijksgemeenschap conform de eerdere beschikking vast te stellen.
Tijdens de mondelinge behandeling op 19 september 2017 zijn beide partijen verschenen, bijgestaan door hun advocaten. Het hof heeft de grieven van beide partijen gezamenlijk beoordeeld. Het hof heeft vastgesteld dat de door de rechtbank vastgestelde ingangsdatum van de partneralimentatie, 16 september 2016, niet in geschil is. Het hof heeft de draagkracht van de vrouw beoordeeld en vastgesteld dat zij in staat is om partneralimentatie te betalen, maar dat dit bedrag fluctueert afhankelijk van de kosten van de kinderen. Het hof heeft de partneralimentatie voor de man vastgesteld op € 721,- per maand van 16 september 2016 tot 1 januari 2017, € 736,14 van 1 januari 2017 tot 1 april 2017, en € 103,- van 1 april 2017 tot 1 oktober 2017.
Daarnaast heeft het hof de verdeling van de huwelijksgemeenschap behandeld, waarbij het hof heeft geoordeeld dat de vrouw recht heeft op een vergoedingsrecht van € 14.750,- uit de overwaarde van de woning, en dat eventuele belastingaanslagen en teruggaven tot 1 oktober 2015 bij helfte verdeeld dienen te worden. De beschikking van de rechtbank is gedeeltelijk vernietigd en de nieuwe beslissingen zijn in deze beschikking vastgelegd.