ECLI:NL:GHSHE:2017:5024

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
21 november 2017
Publicatiedatum
21 november 2017
Zaaknummer
200.204.572_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep kort geding inzake verzoek om pleidooi in civiele zaak

In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, betreft het een hoger beroep in kort geding. De appellante, wonende in België, heeft hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, dat op 14 oktober 2016 is gewezen. De appellante werd vertegenwoordigd door advocaat mr. M. de Boorder, terwijl de geïntimeerde, Property Group B.V., werd bijgestaan door advocaat mr. G.A. Soebhag uit Rotterdam. Het hof heeft op 21 november 2017 een arrest gewezen waarin het verzoek van partijen om een datum voor pleidooi te bepalen werd gehonoreerd. De procedure in eerste aanleg had plaatsgevonden onder zaaknummer C/02/321292 / KG ZA 16-630.

Het hof heeft vastgesteld dat partijen pleidooi hebben gevraagd en heeft de verdere beslissing aangehouden. In het arrest is bepaald dat het pleidooi zal plaatsvinden op 26 maart 2018 om 09.00 uur in het Paleis van Justitie aan de Leeghwaterlaan 8 te 's-Hertogenbosch. Het hof heeft de gelegenheid voor pleidooi geboden, maar heeft iedere verdere beslissing aangehouden tot na het pleidooi. Dit arrest is openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op de datum van uitspraak.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Afdeling civiel recht
zaaknummer 200.204.572/01
arrest van 21 november 2017
in de zaak van
[appellante],
wonende te [woonplaats] , België,
appellante,
advocaat: mr. M. de Boorder te 's-Gravenhage,
tegen
[property group] Property Group B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
geïntimeerde,
advocaat: mr. G.A. Soebhag te Rotterdam,
op het bij exploot van dagvaarding van 10 november 2016 ingeleide hoger beroep van het vonnis van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Breda van 14 oktober 2016, gewezen tussen appellante als gedaagde en geïntimeerde als eiseres.

1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer C/02/321292 / KG ZA 16-630)

Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar voormeld vonnis.

2.Het geding in hoger beroep

Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenarrest van 24 januari 2017;
  • de memorie van grieven;
  • de memorie van antwoord met producties;
Partijen hebben pleidooi gevraagd.

3.De beoordeling

Het hof zal het verzoek om een datum voor pleidooi te bepalen honoreren. Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

4.De uitspraak

Het hof:
bepaalt dat partijen gelegenheid wordt geboden voor pleidooi;
bepaalt dat daartoe zitting zal worden gehouden op
26 maart 2018 om 09.00 uurin het Paleis van Justitie aan de Leeghwaterlaan 8 te ’s-Hertogenbosch;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. J.A.M. van Schaik-Veltman, O.G.H. Milar en J.I.M.W. Bartelds en in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op
21 november 2017.
griffier rolraad