Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
3.Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen
4.Gronden
5.Beslissing
vernietigtde uitspraak van de Rechtbank,
vernietigtde tweede uitspraak op bezwaar van 8 augustus 2016,
- verklaarthet tegen de uitspraak van de Heffingsambtenaar van 22 maart 2016 bij de Rechtbank ingestelde beroep ongegrond,
- verklaarthet tegen de dwangsombeschikking van 12 mei 2016 bij de Rechtbank ingestelde beroep ongegrond,
- gelastdat de Heffingsambtenaar aan belanghebbende het door deze ter zake van de behandeling van het beroep bij de Rechtbank en het hoger beroep bij het Hof betaalde griffierecht ten bedrage van, in totaal, € 170 vergoedt, en
- veroordeelt de Heffingsambtenaar in een tegemoetkoming in de kosten van het geding bij de Rechtbank aan de zijde van belanghebbende, vastgesteld op € 30,64.