Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
3.Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen
1. Zijn de naheffingsaanslagen tijdig aan [A] opgelegd en op de juiste wijze aan haar verzonden?
4.Gronden
G-rekening van [A] er geen (geformaliseerde) loonbelastingschuld open stond, zodat deblokkering van de G-rekening geoorloofd was. Een eventueel vermoeden van mogelijke onjuistheden in de loonadministratie ter zake van [A] aan de zijde van de Ontvanger, wat daar ook van zij, maakt dat niet anders. Voorts heeft te gelden dat belanghebbende aansprakelijk is gesteld voor dat deel van de niet-betaalde loonheffingen dat is toe te rekenen aan de omzet die belanghebbende behaald heeft door middel van de door haar ingeleende arbeidskrachten. Daarop zijn de daadwerkelijk door belanghebbende gedane stortingen op de G-rekening van [A] in mindering gebracht. Uit de herberekening van de aansprakelijkstelling kan vervolgens worden afgeleid dat voor de onderhavige jaren de berekening van de (herziene) aansprakelijkstelling volgens artikel 34, derde lid, van de IW (berekenwijze 1) tot de meest gunstige uitkomst leidt (zie onderdeel 2.12.2 en onderdeel 2.13). Dat is de berekening waarbij wordt uitgegaan van het verschuldigde bedrag aan loonheffingen verminderd met de daadwerkelijk door belanghebbende op de G-rekening gestorte bedragen. Een eventueel positief saldo op de G-rekening zou de uitkomst van deze berekening dus niet hebben beïnvloed, aangezien slechts de storting op de G-rekening door belanghebbende relevant is. Dit zou slechts anders zijn indien de berekening krachtens artikel 34.8 van de Leidraad Invordering 2008 (berekenwijze 2) de laagste uitkomst zou geven, omdat daarbij van de openstaande loonheffingenschuld wordt uitgegaan. Nu dit niet het geval is, is het Hof niet overtuigd geraakt dat belanghebbende zou zijn benadeeld door de handelwijze van de Ontvanger. Het Hof merkt overigens op dat wanneer de deblokkering niet had plaatsgevonden en het saldo van de G-rekening zou worden aangewend voor de voldoening van nog openstaande belastingschulden van [A] , dit saldo – zoals de Ontvanger terecht heeft opgemerkt – volledig zou zijn aangewend voor de nog openstaande schuld van het jaar 2005. Dit heeft derhalve geen gevolgen voor de nog openstaande belastingschuld over het jaar 2006.
G-rekening zou zijn gevrijwaard, wijst het Hof deze stelling af. De storting op de G-rekening leidt weliswaar tot een beperking van de aansprakelijkstelling, maar niet tot een vrijwaring. Dit heeft met name te gelden in een situatie als de onderhavige waarbij de naheffingsaanslagen zijn berekend met toepassing van het anoniementarief.
5.Beslissing
- verklaart het hoger beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak van de Rechtbank, behoudens de beslissingen omtrent het griffierecht en de proceskosten;
- verklaart het tegen de uitspraak van de Ontvanger bij de Rechtbank ingestelde beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak van de Ontvanger;
- wijzigt de beschikking aldus dat belanghebbende aansprakelijk wordt gesteld voor een bedrag van € 7.182;
- gelast dat de Ontvanger aan belanghebbende het door deze ter zake van de behandeling van het hoger beroep bij het Hof betaalde griffierecht ten bedrage van € 493 vergoedt, en
- veroordeelt de Ontvanger in de kosten van het geding bij het Hof aan de zijde van belanghebbende, vastgesteld op € 1.980.