4.3Het gaat in deze zaak, samengevat, om het volgende.
Op 16 januari 2009 heeft Villa Vredeoord voor de duur van vijf jaar een huurovereenkomst gesloten met een rechtsvoorganger van Vieya met betrekking tot het bedrijfspand aan de [adres] te [vestigingsplaats] . Villa Vredeoord exploiteert hierin een horecaonderneming.
In de huurovereenkomst is voor de huurder voor de duur van vijf jaar een koopoptie opgenomen tegen de stichtingskosten. In een allonge van 19 juli 2011 is de koopprijs vastgesteld op het bedrag van de stichtingskosten, € 2.949.109,= k.k. De huurovereenkomst bevat voor de periode na vijf jaar een eerste recht van koop.
Na verder overleg tussen partijen over de aankoop van het bedrijfspand is op 8 november 2013 een koopovereenkomst gesloten tussen Vieya en Intrinsiek Plus BV, aandeelhoudster van Villa Vredeoord. De koopprijs bedroeg € 1.100.000,= exclusief btw. De koopovereenkomst bevatte een financieringsvoorbehoud.
Na verlenging van de termijn daarvoor heeft Villa Vredeoord bij brief van 28 april 2014 een beroep op het financieringsvoorbehoud gedaan en de koopovereenkomst ontbonden. Deze brief bevat onder meer het volgende:
U kunt ervan uitgaan dat als er ruimte is voor financiering ik onmiddellijk bij Vieya een bod zal doen: ik ken de prijs. Mijn wens tot aankoop is onverminderd nadrukkelijk aanwezig. Gezien de huidige situatie is het logisch dat Vieya gaat zoeken naar andere kopers en dat de huidige koopovereenkomst wordt ontbonden.
Partijen hebben vervolgens onderhandeld over de hoogte van de huurprijs en over een voorkeursrecht van koop voor de huurder. De afspraken hierover zijn neergelegd in een allonge die door Vieya op 26 mei 2014 is ondertekend en door Villa Vredeoord op 28 mei 2014 (verder: de allonge van 28 mei 2014).
Vieya heeft op 5 mei 2014 een koopvoorstel voor het pand gezonden aan [holding] Holding BV, die dit voorstel op 6 mei 2014 heeft aanvaard. De koopsom is hierin bepaald op € 1.100.000,= exclusief btw.
Bij brief van 11 juni 2014 aan Vieya heeft Villa Vredeoord bezwaar gemaakt tegen de verkoop van het bedrijfspand aan een derde en meegedeeld dat Vieya een eventueel reeds tot stand gekomen koopovereenkomst zal moeten ontbinden.
Op verzoek van Villa Vredeoord is op 17 juni 2014 conservatoir beslag gelegd op het bedrijfspand; dit beslag is op 7 juli 2014 door Villa Vredeoord opgeheven.
Bij brief van 2 juli 2014 heeft de gemachtigde van Villa Vredeoord de partiële nietigheid van de allonge van 28 mei 2014 ingeroepen.
De koopovereenkomst tussen Vieya en [holding] Holding BV is op 12 september 2014 aangevuld/gewijzigd en op die datum door Casade als rechtsopvolger onder algemene titel van Vieya geleverd aan [directeur van de holding] .