Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De beoordeling
.Daarnaast kan uit het schrijven van de beschermingsbewindvoerder van [appellant] van 7 september 2017 ook niet worden herleid dat zij hem wel in staat acht om alle verplichtingen welke voor hem aan een eventuele toelating tot de schuldsaneringsregeling zouden zijn verbonden immer naar behoren na te komen. Al hetgeen hiervoor is overwogen, zowel afzonderlijk als in onderlinge samenhang beschouwd, voert het hof dan ook tot de slotsom dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat het verzoek van [appellant] om te worden toegelaten tot de schuldsaneringsregeling moet worden afgewezen.
-worden bekrachtigd.