Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
5.Het verloop van de procedure
- het tussenarrest van 5 juli 2016 waarbij het hof heeft afgezien van ontslag van instantie wegens niet tijdige betaling van het griffierecht door [Stichting] en waarin het hof de zaak heeft verwezen naar de rol voor memorie van grieven;
- de memorie van grieven;
- de memorie van antwoord tevens houdende memorie van grieven in incidenteel appel, met één productie;
- de memorie van antwoord in incidenteel appel.
6.De verdere beoordeling
“Tot en met een bedrag van twee miljoen gulden (f 2.000.000,00) of het equivalent in euro’s[te weten € 907.560,43, toevoeging Rb]
is de Directie bevoegd tot het sluiten van overeenkomsten tot het kopen, vervreemden of bezwaren van registergoederen. In dit bedrag is tevens begrepen de totale som aan verplichtingen welke de stichting krachtens overeenkomsten tot het kopen van registergoederen op zich neemt.”In artikel 9 van de statuten is bepaald:
“Aan de voorafgaande goedkeuring van de Raad van Toezicht zijn, onverminderd het elders in de statuten bepaalde, onderworpen de besluiten van de Directie omtrent:(…) 6. Rechtshandelingen tot het kopen, vervreemden of bezwaren van registergoederen boven een bedrag van twee miljoen gulden (f 2.000.000,00) of het equivalent in euro’s (…)”
“Op 19 maart jl. bereikten wij met u overeenstemming inzake de aankoop door u van opgemeld registergoed[te weten, de betreffende percelen, toevoeging Rb]
. Daarbij kwamen wij tevens overeen dat de door u op de overige percelen van het onderhavige bestemmingsplan ontwikkelde bouwproductie, als eerste m.b.v. een afstandsverklaring zal worden aangeboden aan Aannemersbedrijf [Aannemersbedrijf] of een door haar nader aan te wijzen [onderneming] onderneming. Graag ontvangen wij een kopie van dit schrijven, door u ondertekend, retour. (…)”.
“Hiermee bevestigen wij de afspraak d.d. 19 maart jl. inzake de aankoop door [Stichting] van opgemeld registergoed (…)[te weten, de betreffende percelen, toevoeging Rb]
. Als bemiddelingsvergoeding bent u ons verschuldigd een bedrag van € 29,10 p/m2 excl. B.T.W., derhalve totaal € 705.922,- excl. B.T.W. (…). Betaling van deze bemiddelingsvergoeding zal geschieden bij notarieel transport van het registergoed rechtstreeks op de op deze brief vermelde bankrekening van de [bank] te [plaats 2] . Graag ontvangen wij ter bevestiging van onze afspraak een kopie van dit schrijven, door u ondertekend, retour.(…)”.
“Bemiddelingsvergoeding conform afspraak, betreffende [adres] te [plaats 1] ”en één ter creditering van een bedrag van € 31.297,00 onder vermelding van
“Tussen partijen overeengekomen korting op bemiddelingsvergoeding [plaats 1] conform gemaakte afspraken d.d. 19 maart 2008”.
“Concluderende opmerkingen”- voor zover thans van belang - geschreven:
“Er is een bemiddelingsvergoeding in rekening gebracht aan [Stichting] , welke volgens de heren [(voormalig) statutair bestuurder / toenmalige algemeen directeur van Aannemersbedrijf] en [destijds bestuurder van Stichting] geen bemiddelingsvergoeding was, maar een onderdeel van de totaalprijs. De geïnterviewden hebben ons geen verklaring gegeven waarom het in rekening gebrachte bedrag dan toch een “bemiddelingsvergoeding” is genoemd. (…)