Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
( [A] )
( [B] )
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch uitspraak gedaan over de WOZ-waarde van verschillende schoolgebouwen, die door de Heffingsambtenaar van de gemeente [C] waren vastgesteld. De belanghebbende, een stichting die eigenaar is van de schoolgebouwen, heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, die de waardebepalingen van de Heffingsambtenaar had bevestigd. Het Hof heeft de feiten en omstandigheden van de zaak onderzocht, waaronder de taxatierapporten van de Heffingsambtenaar en de door de belanghebbende ingediende rapporten. Het Hof oordeelde dat de Heffingsambtenaar de door hem verdedigde waarden niet voldoende had onderbouwd, en dat de belanghebbende ook niet in staat was om haar bepleite waarden aannemelijk te maken. Het Hof heeft de WOZ-waarden in goede justitie vastgesteld voor de in geschil zijnde onroerende zaken, waarbij het Hof in enkele gevallen de waarden heeft verlaagd. De uitspraak van de Rechtbank is in die gevallen vernietigd, en de Heffingsambtenaar is veroordeeld tot vergoeding van griffierechten en proceskosten aan de belanghebbende.