ECLI:NL:GHSHE:2017:3325
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Bevestiging van gevangenisstraf voor medeplegen van het wegvoeren en verbergen van een lijk en drugshandel
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 25 juli 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De verdachte, geboren in 1965 en wonende in Breda, was eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van 7 maanden voor het medeplegen van het verbergen en wegvoeren van een lijk, het verkopen en aanwezig hebben van hard- en softdrugs, het opzettelijk in voorraad hebben en verkopen van geneesmiddelen, en het voorhanden hebben van een stroomstootwapen. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis.
Tijdens de zitting heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die bevestiging van het vonnis heeft gevorderd. De verdediging heeft vrijspraak bepleit voor de feiten 1 en 5 en een strafmaatverweer gevoerd. Het hof heeft het beroep op vrijspraak verworpen, omdat het bewijs voldoende was. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank bevestigd, met inachtneming van artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht, maar heeft geen aanleiding gezien om een andere straf op te leggen dan eerder was gedaan.
De beslissing van het hof is genomen na zorgvuldige overweging van de feiten en omstandigheden die naar voren zijn gekomen tijdens het onderzoek. Het hof heeft de argumenten van de verdediging en de vordering van de advocaat-generaal in zijn overwegingen betrokken en heeft geconcludeerd dat het vonnis van de rechtbank in stand kan blijven. Het arrest is uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier, mr. M. Martens, en is op 25 juli 2017 openbaar gemaakt.