ECLI:NL:GHSHE:2017:3041

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
4 juli 2017
Publicatiedatum
4 juli 2017
Zaaknummer
200.186.456_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Dwaling bij aankoop van een tweedehands auto

In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, betreft het een hoger beroep van een vennootschap tegen een individu in verband met de aankoop van een tweedehands auto. De vennootschap, vertegenwoordigd door advocaat mr. R.C.J. Jacobs, had in eerste aanleg verloren van de geïntimeerde, die werd bijgestaan door advocaat mr. P.H.L. Dankers. De zaak was eerder behandeld door de kantonrechter in de rechtbank Limburg, waar vonnissen zijn gewezen op 17 juni 2015 en 20 januari 2016. De vennootschap had hoger beroep ingesteld op basis van dwaling bij de aankoop van de auto.

Tijdens de procedure in hoger beroep heeft het hof vastgesteld dat er belangrijke processtukken ontbraken uit het dossier van de eerste aanleg, waaronder een deskundigenbericht en conclusies van beide partijen. Het hof heeft daarom besloten om de zaak naar de rol te verwijzen, zodat partijen de gelegenheid krijgen om deze ontbrekende stukken alsnog in te dienen. De rolzitting is vastgesteld op 1 augustus 2017, en het hof heeft verdere beoordeling en beslissing aangehouden totdat de benodigde stukken zijn ingediend.

Dit arrest is uitgesproken op 4 juli 2017 door de rechters M.G.W.M. Stienissen, R.J.M. Cremers en J.M.H. Schoenmakers, en is openbaar gemaakt. De uitspraak benadrukt het belang van een compleet procesdossier voor een eerlijke rechtsgang.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Afdeling civiel recht
zaaknummer 200.186.456/01
arrest van 4 juli 2017
in de zaak van
[de vennootschap],
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
appellante,
hierna aan te duiden als [de vennootschap] ,
advocaat: mr. R.C.J. Jacobs te Schijndel,
tegen
[geïntimeerde] ,
wonende te [woonplaats] ,
geïntimeerde,
hierna aan te duiden als [geïntimeerde] ,
advocaat: mr. P.H.L. Dankers te Heerlen,
op het bij exploot van dagvaarding van 22 februari 2016 ingeleide hoger beroep van de vonnissen van 17 juni 2015 en 20 januari 2016, door de kantonrechter in de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, gewezen tussen [de vennootschap] als gedaagde en [geïntimeerde] als eiser.

1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer 3162483 CV EXPL 14-6951)

Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar voormelde vonnissen.

2.Het geding in hoger beroep

Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding in hoger beroep met twee producties;
  • de memorie van grieven met twee producties, genummerd 3 en 4;
  • de memorie van antwoord met drie producties, genummerd 7, 8 en 9;
  • een akte d.d. 4 oktober 2016 van appellante;
  • een antwoordakte van geïntimeerde.
Het hof heeft daarna een datum voor arrest bepaald. Het hof doet recht op bovenvermelde stukken en de stukken van de eerste aanleg.

3. De beoordeling

3.1.
Blijkens het eindvonnis van de kantonrechter van 20 januari 2016 (r.o. 1.1) heeft [geïntimeerde] na het deskundigenbericht van 11 september 2015 nog een conclusie na deskundigenbericht genomen en heeft [de vennootschap] zich bij akte van 4 november 2015 uitgelaten. Beide processtukken ontbreken in het procesdossier van de eerste aanleg, zoals dat bij het hof is ingekomen.
3.2.
Het hof zal de zaak naar de rol verwijzen teneinde partijen de gelegenheid te bieden deze processtukken uit de eerste aanleg alsnog in het geding te brengen. Elke verdere beoordeling en beslissing wordt aangehouden.

4.De uitspraak

Het hof:
verwijst de zaak naar de rol van 1 augustus 2017 teneinde partijen in staat te stellen de stukken in het geding te brengen die zijn genoemd in r.o. 3.1;
houdt elke verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. M.G.W.M. Stienissen, R.J.M. Cremers en J.M.H. Schoenmakers en is in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 4 juli 2017.
griffier rolraadsheer