Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
hij op of omstreeks 9 juni 2013 in de gemeente Heerlen opzettelijk en met voorbedachten rade [slachtoffer 1] van het leven heeft beroofd, immers heeft verdachte met dat opzet en na kalm beraad en rustig overleg, met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, meermalen, althans eenmaal in het lichaam van die [slachtoffer 1] gestoken, ten gevolge waarvan voornoemde [slachtoffer 1] is overleden;
hij op of omstreeks 9 juni 2013 in gemeente Heerlen opzettelijk [slachtoffer 1] van het leven heeft beroofd, immers heeft verdachte met dat opzet meermalen, althans eenmaal met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, in het lichaam van die [slachtoffer 1] gestoken, ten gevolge waarvan voornoemde [slachtoffer 1] is overleden;
hij op of omstreeks 9 juni 2013 in de gemeente Heerlen ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk [slachtoffer 2] van het leven te beroven, met dat opzet meermalen, althans eenmaal met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, in het lichaam van die [slachtoffer 2] heeft gestoken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op of omstreeks 9 juni 2013 in de gemeente Heerlen ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan een persoon genaamd [slachtoffer 2] , opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet meermalen, althans eenmaal met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, in het lichaam van die [slachtoffer 2] heeft gestoken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
hij op 9 juni 2013 in de gemeente Heerlen ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk [slachtoffer 2] van het leven te beroven, met dat opzet met een mes in het lichaam van die [slachtoffer 2] heeft gestoken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
12 (twaalf) jaren.
Vordering van de benadeelde partij [dochter 2] ( [dochter 2] )
€ 12.852,70 (twaalfduizend achthonderdtweeënvijftig euro en zeventig cent) ter zake van materiële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 12.852,70 (twaalfduizend achthonderdtweeënvijftig euro en zeventig cent) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
90 (negentig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Vordering van de benadeelde partij [dochter 3] ( [dochter 3] )
€ 110,72 (honderdtien euro en tweeënzeventig cent) ter zake van materiële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 110,72 (honderdtien euro en tweeënzeventig cent) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
2 (twee) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Vordering van de benadeelde partij [dochter 1] ( [dochter 1] )
€ 7.998,40 (zevenduizend negenhonderdachtennegentig euro en veertig cent) bestaande uit € 2.998,40 (tweeduizend negenhonderdachtennegentig euro en veertig cent) materiële schade en
€ 7.998,40 (zevenduizend negenhonderdachtennegentig euro en veertig cent) bestaande uit € 2.998,40 (tweeduizend negenhonderdachtennegentig euro en veertig cent) materiële schade en € 5.000,00 (vijfduizend euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
67 (zevenenzestig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Vordering van de benadeelde partij [dochter 4] ( [dochter 4] )
€ 110,72 (honderdtien euro en tweeënzeventig cent) ter zake van materiële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 110,72 (honderdtien euro en tweeënzeventig cent) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
2 (twee) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2] ( [slachtoffer 2] )
€ 11.139,14 (elfduizend honderdnegenendertig euro en veertien cent) bestaande uit € 3.639,14 (drieduizend zeshonderdnegenendertig euro en veertien cent) materiële schade en
€ 11.139,14 (elfduizend honderdnegenendertig euro en veertien cent) bestaande uit € 3.639,14 (drieduizend zeshonderdnegenendertig euro en veertien cent) materiële schade en € 7.500,00 (zevenduizend vijfhonderd euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
81 (eenentachtig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Vordering van de benadeelde partij [zoon] ( [zoon] )
€ 146,32 (honderdzesenveertig euro en tweeëndertig cent) ter zake van materiële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 146,32 (honderdzesenveertig euro en tweeëndertig cent) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
2 (twee) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Vordering van de benadeelde partij [pleegzoon] ( [pleegzoon] )
€ 5.036,48 (vijfduizend zesendertig euro en achtenveertig cent) bestaande uit € 36,48 (zesendertig euro en achtenveertig cent) materiële schade en € 5.000,00 (vijfduizend euro) immateriële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 5.036,48 (vijfduizend zesendertig euro en achtenveertig cent) bestaande uit € 36,48 (zesendertig euro en achtenveertig cent) materiële schade en € 5.000,00 (vijfduizend euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
54 (vierenvijftig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
€ 7.878,00 (zevenduizend achthonderdachtenzeventig euro) bestaande uit € 2.878,00 (tweeduizend achthonderdachtenzeventig euro) materiële schade en € 5.000,00 (vijfduizend euro) immateriële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 7.878,00 (zevenduizend achthonderdachtenzeventig euro) bestaande uit € 2.878,00 (tweeduizend achthonderdachtenzeventig euro) materiële schade en € 5.000,00 (vijfduizend euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
67 (zevenenzestig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
onttrekking aan het verkeervan het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten: een mes (2213566).