In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een appellant die een tweedehands auto heeft gekocht van een geïntimeerde. De appellant, vertegenwoordigd door mr. P.M. Tromp-Baijense, heeft de auto gekocht voor € 5.800, maar na enkele weken bleek de auto gebreken te vertonen aan de koppeling en versnellingsbak. De appellant heeft de verkoper, de geïntimeerde, aangesproken op zijn aansprakelijkheid voor de herstelkosten, die hij op € 2.299,= heeft geschat, plus bijkomende kosten voor juridische bijstand. De geïntimeerde, vertegenwoordigd door mr. P.J.A. van de Laar, betwistte de vorderingen en stelde dat de auto bij aflevering in goede staat verkeerde.
De kantonrechter heeft in eerste aanleg de vordering van de appellant afgewezen, omdat deze onvoldoende onderbouwd was. De appellant heeft vervolgens hoger beroep ingesteld. Het hof heeft vastgesteld dat de appellant niet-ontvankelijk is in zijn hoger beroep tegen het tussenvonnis van 17 september 2015, maar heeft ook aangegeven dat er behoefte is aan een deskundigenrapport om de technische staat van de auto ten tijde van de aflevering vast te stellen. Het hof heeft de zaak aangehouden en partijen in de gelegenheid gesteld om een deskundige te benoemen en vragen voor te leggen. De kosten van de deskundige komen voorlopig voor rekening van de geïntimeerde, omdat hij het tegenbewijs moet leveren tegen het vermoeden van non-conformiteit volgens artikel 7:18 lid 2 BW.