In het rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel hennepkwekerij, opgemaakt op 17 april 2012 door [aspirant van politie] , aspirant van politie (conclusie van antwoord, productie 2, blz. 4 e.v.), is vermeld dat het betreft het onderzoek naar een hennepplantage aan de [adres] , dat verdroogde resten van hennepplanten waren aangetroffen op de scharen die zijn aangetroffen in de ruimte waar de hennep werd geteeld, dat het filterdoek van de koolstoffilters was vervuild en dat die vervuiling pas na langere tijd optreedt, dat er stof op de kappen van de armaturen van de assimilatielampen lag en dat die vervuiling pas na langere tijd optreedt, dat knipschaartjes waren aangetroffen waarop zich hennepresten bevonden en dat zestien reeds gebruikte assimilatielampen zijn aangetroffen.
[geïntimeerde] heeft ter verklaring van de stof en de vervuiling naar voren gebracht, dat hij de apparatuur voor de inrichting van de hennepkwekerij tweedehands had gekocht. [geïntimeerde] heeft echter nagelaten om deze verklaring te concretiseren. [geïntimeerde] heeft namelijk niet aangegeven wanneer hij deze apparatuur tweedehands heeft gekocht. Evenmin heeft [geïntimeerde] aangegeven van wie hij deze apparatuur heeft gekocht. Tenslotte heeft [geïntimeerde] geen bewijsstukken overgelegd waaruit de juistheid van zijn stelling, dat hij tweedehands apparatuur heeft gekocht en wanneer dat is geweest, zou kunnen blijken.
Voorts laat [geïntimeerde] onverklaard dat er op de knipschaartjes hennepresten zijn aangetroffen, terwijl die scharen in zijn lezing nog niet nodig waren geweest en dus niet gebruikt, aangezien [geïntimeerde] in zijn lezing niet eerder hennep had geoogst.
Verder moet worden opgemerkt dat uit de fotomap blijkt dat het filter vervuild is geraakt in de periode dat het in deze kwekerij gemonteerd is geweest. Ten behoeve van de foto’s is de ophangketting verschoven, zodat goed te zien is waar de ketting had gezeten voordat die foto werd gemaakt. Als een tweedehands filter zou zijn gebruikt, zo begrijpt het hof, zou de vervuiling juist ook onder die ketting hebben gezeten. Zie ook pag. 209 van het hiervoor genoemde rapport van 17 april 2012. Op diezelfde bladzijde wordt ook opgemerkt dat de hoogte van de kalkafzetting aan de onderzijde van de potten en op het zeil tegen de opstaande rand overeen kwamen, hetgeen erop wijst dat de kalkafzetting op déze locatie moet zijn ontstaan, tweedehandse spullen of niet.
Gezien al het bovenstaande is het hof van oordeel dat [geïntimeerde] geen voldoende verklaring heeft gegeven voor de vervuiling van en het stof op de apparatuur. Het hof stelt dan ook als onvoldoende betwist vast dat de vervuiling en het stof hun oorzaak vinden in het gebruik van de apparatuur door [geïntimeerde] , welke vervuiling en stofvorming pas na langere tijd optreedt.