Uitspraak
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- het beroepschrift met het procesdossier van de eerste aanleg en producties, ingekomen ter griffie op 10 januari 2017;
- een brief van [appellante] met het proces-verbaal van de mondelinge behandeling in eerste aanleg op 20 september 2016, ingekomen ter griffie op 31 januari 2017;
- het verweerschrift met producties 1 tot en met 13, ingekomen ter griffie op 24 februari 2017;
- een V6-formulier van [appellante] met de producties XIII tot en met XXVIII, ingekomen ter griffie op 14 maart 2017;
- een V6-formulier van [Kabelbedrijf] met de producties 14 en 15, ingekomen ter griffie op 20 maart 2017;
3.De beoordeling
“
(…)Functie: QA Coördinator (…)Verantwoordelijkheidsgebieden/kerntaken:- Het opstellen en doen van de maandelijkse ISO en Quality rapportage naar het hoofdkantoor;- Samenstellen, controleren en analyseren van interne overzichten inzake Kwaliteit- Coördinatie en controle van de QA richtlijnen en Corporate Directives van de [Kabelbedrijf] Group.- Ad hoc analyses voor het management en de directie- Rapporteert aan Financial / HR manager (…)”.
(…) I hereby need to officially bringing a serious problem/potential conflict to your attention. My claim is with regard to the Systems Manager (…) Colleagues declare that (in my absence) he made many racist comments about me which were perceived by colleagues as being very offensive and wrong.(…) Lately I have been feeling unsafe at work, I have a constant fear of being verbally or physically attacked. (…)”.
“
(…) Obviously you will understand that [Kabelbedrijf] Benelux and me personally take your report extremely serious and will prioritize the investigation of the facts reported. (…)”.
“
(…) De functie is HBO niveau maar veel ervaring heeft [roepnaam appellante] nog niet. We zien wel een goede ontwikkeling en de salaristoezeggingen worden aangepast tot een zeker niveau (…)”.
“
(…) Terwijl ik afgelopen donderdag 31 maart met een andere collega sta te praten, werd er over mij geroddeld door (…) en [collega van appellante] . (…) Ik heb aangegeven dat het respect en borging van mijn waardigheid inmiddels al meerdere malen is overschredenGezien mijn ervaringen met lastering waar ik management reeds meerdere malen van op de hoogte heb gesteld verzoek ik management te handelen naar de code of conduct. (…)”.
“
(…) Het incident van vrijdag middag 8 april omstreeks 16:18. (…) Ik fietste rustig aan vanaf de fietsenstalling, vervolgens rijdt collega [collega van appellante] achteruit van de parkeerplaats (…) waardoor ik plots en gedwongen moest uitwijken en terecht kom in het gras naast de afrit. (…) Collega week absoluut niet voor mij uit. Ik (…) heb hier direct melding van gemaakt (…)”.
“
Hierbij wens ik een officiële klacht neer te leggen tegen [appellante] naar aanleiding van de gebeurtenissen op vrijdag 8 april op de parking van [Kabelbedrijf] (…). Ik kijk naar rechts en links, er komt geen verkeer aan, dus ik draai de straat op naar rechts. Plots hoor ik geschreeuw en zie [roepnaam appellante] op haar fiets aan de rechterkant van mijn auto staan. (…) Daarop heb ik mijn weg verder gezet, en is [roepnaam appellante] blijkbaar teruggedraaid naar het gebouw van [Kabelbedrijf] Benelux. Daar heeft ze meteen liggen roepen en tieren dat ik haar expres heb willen aanrijden. Dat ik daar alle reden toe had volgens haar aangezien we een week daarvoor reeds een akkefietje hadden.(…) Door deze valse beschuldiging voel ik mij zwaar aan de schandpaal genageld en aangetast in mijn integriteit. (…)”.
“
(…) tijdens ons gesprek gisteren heb ik je terugkoppeling gegeven over je functioneren binnen [Kabelbedrijf] Benelux B.V. welke samengevat niet aan de verwachtingen voldoet. Op de volgende punten zijn je prestaties niet voldoende (…);* In de rapportage (…) welke ook richting de Holding gaan zitten regelmatig fouten (…)* Tijdens de laatste zogenaamde S-Audit is gebleken dat er nauwelijks vooruitgang is geboekt met het Quality Improvement Plan (…)* Het kwaliteitsdenken in de organisatie is slechts marginaal verbeterd (…)* Hoewel wij herhaaldelijk anders hebben aangegeven blijf je inconsistente boodschappen, aan het de Directie van [Kabelbedrijf] Benelux B.V. voorbij, afgeven aan personen buiten deze onderneming. Hiervan hebben wij je meermaals verteld dat dit niet tot je taken behoord en dus achterwege hoort te blijven. Zelfs tot afgelopen maandag heb je je hier niet aan gehouden. (…)* Op eigen interpretatie, hou je je niet aan de afgesproken werktijden (…)* Herhaaldelijk eigen je je bevoegdheden toe die niet bij je functie van QA coördinator passen op basis van het feit dat mensen buiten deze onderneming volgens eigen zeggen je zien als QA Manager. (…)* Zoals reeds in vier afzonderlijke gesprekken aan je gemeld wordt je agressieve communicatie stijl door niemand gewaardeerd (…)* Je gedrag richting de andere medewerkers, zoals ook al drie maal besproken, brengt een ernstige verstoring van de team spirit met zich mee. Bij de 7 conflicten die mij de afgelopen 12 maanden gemeld zijn, was jij telkens betrokken. (…)Gisteren, 14 juni, was ons vierde gesprek waarin wij ( [HR-manager] en ik) aangaven dat je werkwijze, resultaat en/of gedrag ondermaats zijn en snel verbeteren moet. Het feit dat je je daags na een moeilijk gesprek weer ziek meld verbaast me (…). Het verbaast me temeer omdat ik je op 1 juni een duidelijke taak gaf om op 2 juni een simpel rapportje af te ronden waarop je je op 2 juni ziek gemeld heb om vervolgens 1 dag later vrolijk op te duiken in [plaats] voor het [Kabelbedrijf] Sport Toernooi en klaarblijkelijk weer helemaal fit was. Gezien bovenstaande verzoeken wij je dringend om in te stemmen met ontbinding van de bestaande arbeidsovereenkomst (…)”.
“
(…) Gisteren kort nadat de controlerend arts bij je thuis aan de deur was geweest en je daar niet aantrof belde en sms-te je [HR-manager] met het bericht dat je de bel niet hebt gehoord omdat je lag te slapen en mogelijk de bel ook niet heeft gewerkt. (…) Tevens is vast komen te staan dat ongeveer op dezelfde tijd als de controlerend arts aan je voordeur stond te bellen en te kloppen je zelf in een lokale supermarkt boodschappen aan het doen was. Dit strookt niet met wat je [HR-manager] vertelde tijdens jullie telefoongesprek (…)”.
“
1e verzuimdag 15-06-2016
a) primair het dienstverband te herstellen met ingang van 1 december 2016; dan wel
b) subsidiair aan [appellante] een billijke vergoeding toe te kennen van € 50.000,00, althans een bedrag door het hof in goede justitie te bepalen; en
heeft verweer gevoerd en, kort gezegd, geconcludeerd tot bekrachtiging van de bestreden beschikking, althans geen herstel van de dienstbetrekking te bevelen en geen billijke vergoeding toe te kennen, met veroordeling van [appellante] in de proceskosten.
- [appellante] is door meerdere leidinggevenden en collega’s onbeschoft behandeld. Zij heeft op 30 juni 2015 aan [Kabelbedrijf] kenbaar gemaakt dat een collega in haar afwezigheid kennelijk openlijk racistische opmerkingen over haar maakte. Zij heeft recent vernomen dat deze collega om andere redenen en in goed overleg uit dienst is getreden.
- [appellante] is in een woordenwisseling op 31 maart 2016 door een collega belachelijk gemaakt. Enkele dagen daarna werd [appellante] door die collega op het parkeerterrein van [Kabelbedrijf] bewust van haar fiets gereden. In het naar aanleiding hiervan gevoerde gesprek met [Kabelbedrijf] heeft [appellante] zich alleen maar moeten verweren.
- [appellante] onderhield uit hoofde van haar functie veel rechtstreeks contact met haar Duitse collega’s van het QA departement. Zij rapporteerde de door haar voorbereide audits overeenkomstig haar taakomschrijving rechtstreeks aan [Holding] . Van verwijtbaar handelen door rechtstreeks met haar QA collega’s in Duitsland te corresponderen is dan ook geen sprake.
[appellante] heeft ter onderbouwing van het voorgaande verwezen naar een schriftelijke verklaring van de heer [voormalige collega van appellante] , een voormalig collega van haar bij [Kabelbedrijf] .
heeft voor het eerst op 14 juni 2016 het functioneren van [appellante] negatief ter sprake gebracht en nog geen dag later voorgesteld om het dienstverband te beëindigen. Indien de aan haar gemaakte verwijten al juist zouden zijn, hetgeen [appellante] betwist, dan nog had [Kabelbedrijf] moeten werken aan herstel van de arbeidsverhouding. Dit kan nog steeds, aldus [appellante] .
- De klacht van [appellante] van 30 juni 2015 is serieus genomen en onderzocht. De betrokken werknemer is wegens dit voorval ontslagen. [Kabelbedrijf] heeft om proceseconomische redenen een beëindigingsovereenkomst met de betrokken werknemer gesloten. [Kabelbedrijf] had eerder, naar aanleiding van een rapport uit 2015 van onderzoeksbureau [onderzoeksbureau] , dat geen betrekking had op racisme maar op verschillen tussen bij [Kabelbedrijf] werkzame Belgen en Nederlanders, een Code of conduct opgesteld. Deze gedragscode is door alle medewerkers ondertekend en heeft geleid tot voornoemd ontslag.
- Het incident van 31 maart 2016 betrof de situatie dat [appellante] parfum aan [voormalige collega van appellante] heeft laten ruiken en waarover door collega’s een grappige opmerking werd gemaakt en waarop [appellante] later boos terugkwam. [Kabelbedrijf] heeft dit voorval onderzocht en geconcludeerd dat de kwestie uit proportie was getrokken, maar voordat zij dit aan [appellante] kon mededelen ontving zij op 4 april 2016 een e-mail van haar met verwijten en een verwijzing naar de gedragscode.
- De heer [HR-manager] is verantwoordelijk voor de contacten over de kwaliteitsrapportages met [Holding] . [appellante] moest rapporteren aan [HR-manager] . De enige taak en verantwoordelijkheid van [appellante] richting [Holding] was het invullen van cijfers uit het systeem van [Kabelbedrijf] in een Excelbestand ten behoeve van de groepsconsolidatie. Bij herhaling was sprake van onplezierige soloacties van [appellante] richting [Holding] , dit werkte verstorend en was onderwerp van gesprek tussen [Kabelbedrijf] en [Holding] . [appellante] is er door [Kabelbedrijf] meerdere keren op aangesproken dat zij dit niet moest doen.
“In het Ontslagbesluit gelden als criteria voor het verlenen van toestemming voor ontslag dat de verstoring ernstig en duurzaam moet zijn. Beide criteria gelden in beginsel nog steeds en komen tot uitdrukking in de formulering
Gelet op het vorenstaande, maar ook op het verhandelde ter zitting is het hof van oordeel dat sprake is van een ernstig verstoorde arbeidsverhouding. Bij de bespreking van de incidenten heeft [appellante] de oorzaak van alle ter zitting afzonderlijk besproken conflicten telkens buiten zichzelf gelegd. Behoudens het gevoel dat de incidenten haar onzeker hebben gemaakt, heeft [appellante] geen verdere blijk van zelfreflectie gegeven. Ook die houding van [appellante] maakt een verdere constructieve voortzetting van de arbeidsverhouding onmogelijk.
stelt dat de arbeidsovereenkomst kan worden voortgezet en dat zij of de arbodienst mediation zou hebben voorgesteld, maar dat neemt niet weg dat [Kabelbedrijf] de verhouding te zeer verstoord vindt en dat zij dat redelijkerwijs ook kon en mocht vinden.
Het hof is evenals de kantonrechter van oordeel dat het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst geen verband houdt met de omstandigheden waarop het opzegverbod wegens ziekte betrekking heeft. [appellante] heeft zelf aangevoerd dat [Kabelbedrijf] haar op 14 juni 2016 heeft aangeboden het dienstverband te beëindigen en dat het haar in de ochtend van 15 juni 2016 fysiek teveel werd, het was de zoveelste tegenslag c.q. motie van wantrouwen van [Kabelbedrijf] jegens haar, zodat zij zich ziek heeft gemeld en terug naar huis is gegaan. De verstoorde verhouding is dus niet gelegen in de ziekte van [appellante] , maar in de voor die tijd ontstane verstoring van verhoudingen tussen partijen. Het betoog van [Kabelbedrijf] dat [appellante] volgens haar verschillend heeft verklaard over haar afwezigheid tijdens een controle van de arbodienst bij haar thuis, is dan ook niet relevant.