In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 26 april 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep betreffende de tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling van de appellant. De rechtbank Limburg had eerder op 8 februari 2017 besloten om de schuldsaneringsregeling tussentijds te beëindigen, omdat de appellant niet aan zijn verplichtingen voldeed. De appellant had verzocht om het vonnis te vernietigen en de schuldsaneringsregeling voort te zetten, maar het hof oordeelde dat de appellant meerdere kernverplichtingen niet naar behoren was nagekomen. Tijdens de mondelinge behandeling op 12 april 2017 werd duidelijk dat de appellant, ondanks waarschuwingen en verzoeken om informatie, niet voldoende had gesolliciteerd en niet de benodigde informatie had verstrekt aan de bewindvoerder. Het hof concludeerde dat de appellant niet had voldaan aan de sollicitatie- en informatieplicht, wat leidde tot belemmeringen in de uitvoering van de schuldsaneringsregeling. Het hof bekrachtigde het vonnis van de rechtbank en oordeelde dat er geen aanleiding was om de schuldsaneringsregeling te verlengen, gezien de herhaalde tekortkomingen van de appellant. De uitspraak benadrukt het belang van het naleven van verplichtingen in het kader van de schuldsaneringsregeling en de gevolgen van het niet-nakomen daarvan.