Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer C/01/270970/HA ZA 13-834)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep;
- de memorie van grieven met producties;
- de memorie van antwoord, tevens memorie van grieven in incidenteel appel met één productie;
- de memorie van antwoord in incidenteel appel met producties;
- de akte van Archimil met een productie;
- de antwoordakte van [Gebroeders] .
3.De beoordeling
20 maart 2012 van het op 1 maart 2012 uitgevoerde onderzoek luidt, voor zover van belang, als volgt:
Partij is goed bereikbaar;
4.Conclusie
II. Primair te oordelen dat de algemene voorwaarden van Archimil niet van toepassing zijn;
III. Veroordeling van Archimil tot betaling, tegen behoorlijk bewijs van kwijting, aan [Gebroeders] van een bedrag van € 48.086,12 inclusief BTW, althans een door de rechtbank te bepalen bedrag, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf de vervaldata van de onbetaald gelaten facturen, althans vanaf de dag van dagvaarding, tot aan de dag van algehele voldoening;
IV. Veroordeling van Archimil tot betaling aan [Gebroeders] , tegen behoorlijk bewijs van kwijting, van een bedrag van € 1.512,50 aan deskundigenkosten, althans een door de rechtbank te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding tot aan de dag van algehele voldoening;
V. Veroordeling van Archimil tot vergoeding van de door [Gebroeders] als gevolg van de toerekenbare tekortkoming overige geleden schade, op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
VI. Veroordeling van Archimil tot betaling aan [Gebroeders] , tegen behoorlijk bewijs van kwijting, van een bedrag van € 2.842,- aan buitengerechtelijke kosten, althans een door de rechtbank te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding tot aan de dag van algehele voldoening;
VII. Veroordeling van Archimil in de proceskosten, inclusief nakosten, te vermeerderen met wettelijke rente indien de proceskosten niet binnen veertien dagen na dagtekening van het te wijzen vonnis zijn betaald.
mogelijkheid(onderstreping hof) op dat zij in ernstige problemen zou kunnen komen door het beroep van Archimil op de aansprakelijkheidsbeperking. [Gebroeders] heeft bovendien geen enkel inzicht gegeven in haar vermogenspositie waaruit zou kunnen volgen dat wanneer zij de door haar gestelde schade zou moeten dragen, [Gebroeders] dat niet zou kunnen betalen. Tenslotte heeft [Gebroeders] onbetwist naar voren gebracht dat haar exoneratieclausule niet afwijkt van de alom geaccepteerde exoneratieclausule uit de DNR2005 (memorie van antwoord/grieven nr. 53.).
“De gebruiker heeft aan de wederpartij de in artikel 233 onder b (http://wetten.overheid.nl/jci1.3:c:BWBR0005289&boek=6&titeldeel=5&afdeling=3&artikel=233&z=2017-02-10&g=2017-02-10) bedoelde mogelijkheid geboden, indien hij de algemene voorwaarden voor of bij het sluiten van de overeenkomst aan de wederpartij ter hand heeft gesteld, de voorwaarden overeenkomstig de in artikel 230c (http://wetten.overheid.nl/jci1.3:c:BWBR0005289&boek=6&titeldeel=5&afdeling=2a&artikel=230c&z=2017-02-10&g=2017-02-10) voorziene wijze heeft verstrekt of, indien dit redelijkerwijs niet mogelijk is, voor de totstandkoming van de overeenkomst aan de wederpartij heeft bekend gemaakt dat de voorwaarden bij hem ter inzage liggen of bij een door hem opgegeven Kamer van Koophandel of een griffie van een gerecht zijn gedeponeerd, alsmede dat zij op verzoek zullen worden toegezonden. Indien de voorwaarden niet voor of bij het sluiten van de overeenkomst aan de wederpartij ter hand zijn gesteld, zijn de bedingen tevens vernietigbaar indien de gebruiker de voorwaarden niet op verzoek van de wederpartij onverwijld op zijn kosten aan haar toezendt. Het omtrent de verplichting tot toezending bepaalde is niet van toepassing, voor zover deze toezending redelijkerwijze niet van de gebruiker kan worden gevergd.” 3.10.2. Aangezien tussen partijen vast staat dat de opdracht door [Gebroeders] mondeling, namelijk telefonisch aan Archimil was verstrekt, was naar het oordeel van het hof terhandstelling van de algemene voorwaarden redelijkerwijs niet mogelijk. 3.10.3. Een redelijke en op de praktijk afgestemde uitleg van voormelde bepaling brengt mee dat [Gebroeders] zich niet op vernietigbaarheid kan beroepen wanneer hij ten tijde van het sluiten van de overeenkomst met dat beding bekend was of geacht kon worden daarmee bekend te zijn (zie HR 1 oktober 1999, ECLI:NL:HR:1999:ZC2977). [Gebroeders] en Archimil hebben voorafgaand aan de onderhavige overeenkomst regelmatig gelijksoortige overeenkomsten gesloten. In eerdergenoemde offerte van 8 maart 2008 en in het bovengenoemd rapport van 25 augustus 2011 is vermeld dat de algemene leveringsvoorwaarden van Archimil van toepassing zijn en dat die bij de Kamer van Koophandel te [vestigingsplaats] zijn gedeponeerd. Op grond van het voorgaande wordt [Gebroeders] geacht met die voorwaarden bekend te zijn.
Eigen schuld?3.12. Archimil voert voorts als verweer aan dat voor zover er schade is, deze grotendeels is veroorzaakt door het feit dat [Gebroeders] de leveranties van zand heeft voortgezet nadat er twijfels waren over de kwaliteit van het zand (memorie van antwoord/grieven nr. 63.). 3.12.1. Het hof merkt op dat uit de overeenkomst tussen [aannemingsbedrijf] en [Gebroeders] blijkt dat op 3 februari 2012 door [aannemingsbedrijf] aan [Gebroeders] opdracht is gegeven voor het leveren van circa 19.950 m3 zand voor zandbed en dat de levering start op 6 februari 2012. 3.12.2. [de projectleider] , projectleider verbonden aan [aannemingsbedrijf] , heeft per mail van 8 februari 2012 aan [Gebroeders] bericht dat zij, [aannemingsbedrijf] , een partijkeuring inclusief zeefkromme hebben uit laten voeren op het zand wat door [Gebroeders] is geleverd in de bouwweg te [plaats 2] , dat dit circa 800m3 is, dat het zand is beoordeeld als niet geschikt voor zandbed volgens rapportage van Terra-Milieu en dat zij, [aannemingsbedrijf] verzoeken te stoppen met de leverantie tot een en ander nader is besproken.