3.1.Grief I richt zich tegen de onder 2.1 van het beroepen vonnis vastgestelde feiten. Deze grief slaagt in zoverre dat het hof de tussen partijen vaststaande feiten iets uitvoeriger zal weergeven, waarmee deels tegemoetgekomen wordt aan het bezwaar van [appellant] . De verwarring over de data van ontvangst door Hippo Zorg van de beide aanvraagformulieren en het keuringsrapport is mogelijk ontstaan doordat als productie 1 bij de conclusie van antwoord behoudens de één pagina tellende ‘Aanvraag voorlopige dekking’ tevens stukken zijn gevoegd die behoren bij productie 2 van de conclusie van antwoord. Het hof leidt dit af uit de tekst van de conclusie van antwoord waarbij naar deze producties wordt verwezen alsmede uit de omstandigheid dat de tweede tot en met vierde pagina van productie 1 – gezien de doornummering van de vragen – behoren bij de ‘Aanvraag Paardenverzekering’, waarvan de eerste pagina als productie 2 bij de conclusie van antwoord is overgelegd. De vijfde en zesde pagina van productie 1 bij de conclusie van antwoord bevatten het twee pagina’s tellende keuringsrapport d.d. 5 februari 2013 met als datumstempel “ontvangen 14 februari 2013”. Het hof gaat er gelet op het datumstempel vanuit dat dit keuringsrapport behoort bij de ‘Aanvraag Paardenverzekering’ van productie 2 bij de conclusie van antwoord. Dit laat onverlet dat dit rapport mogelijk – zoals [appellant] stelt – ook al bij de aanvrage voor de voorlopige dekking van 5 februari 2013 is aan Hippo Zorg is toegezonden; dit maakt voor de beoordeling van het geschil echter niet uit.
Het hof zal hierna uitgaan van de hiervoor weergegeven, juiste nummering van deze producties.
a. Hippo Zorg is een paardenverzekeraar. [appellant] heeft in het verleden paarden bij Hippo Zorg verzekerd tegen onder meer het risico van ziekte.
b. [appellant] heeft voor zijn paard [het paard] (hierna: het paard) een ‘Aanvraag voorlopige dekking’ d.d. 5 februari 2013 ingediend, welke aanvraag door Hippo Zorg op diezelfde datum is ontvangen (prod. 1 cva). Hippo Zorg heeft per 5 februari 2013 een voorlopige dekking verleend.
Op dit (één pagina tellende) aanvraagformulier staat onder meer vermeld dat een verzekering met uitgebreide dekking gewenst was en dat de verzekerde waarde van het paard € 30.000,-- bedroeg.
c. Vervolgens heeft [appellant] voor het paard een vier pagina’s tellende ‘Aanvraag Paardenverzekering’ bij Hippo Zorg ingediend, welke aanvraag blijkens het datumstempel op 14 februari 2013 door Hippo Zorg is ontvangen (prod. 2 cva); het tevens op dit formulier voorkomende datumstempel ‘ontvangen 13 februari 2012’ moet op een vergissing berusten. Eveneens heeft Hippo Zorg op 14 februari 2013 ontvangen een twee pagina’s tellend keuringsrapport d.d. 5 februari 2013 van dierenarts [dierenarts 1] . In dit rapport staat als gebruiksdoel van het paard “
sport” vermeld. Het keuringsrapport bevat klinisch en röntgenologisch een positief advies.
d. Bij brief van 19 februari 2013 heeft Hippo Zorg aan [appellant] de polis en bijbehorende verzekeringsvoorwaarden doen toekomen (resp. prod. 3 inl. dagv. en prod. 3 cva); de verzekering heeft als ingangsdatum 5 februari 2013. Volgens de polis zijn van toepassing de verzekeringsvoorwaarden “Uitgebreid (Basis)” en “Ziektekosten uitg. (Aanvullend)”.
De algemene voorwaarden bij de uitgebreide (basis)verzekering houden onder meer in:
“
Artikel 1 Omvang van de dekking
Wij vergoeden schade aan het verzekerde paard door:
(…)
d. blijvende ongeschiktheid overeenkomstig het op het polisblad omschreven gebruik, voor zover deze ongeschiktheid een gevolg is van ziekte, ongeval of kreupelheid;
(…)”
e. Op 21 februari 2013 heeft Hippo Zorg een door [appellant] met betrekking tot het paard ingezonden factuur d.d. 12 februari 2013 van dierenarts [dierenarts 2] ontvangen ten bedrage van € 738,00 (prod. 4 cva). Het door voornoemde dierenarts ingevulde en tegelijk aan Hippo Zorg toegezonden ‘Behandelformulier voor paarden’ d.d. 11 februari 2013 noemt als anamnese “
Pijn in achterhand”, als diagnose “
Overbelasting gewrichten en rug”, als ingestelde therapie “
Behandeling gewrichten en rug met hyaluronzuur en ontstekingsremmers” en als prognose “
gereserveerd”.
Hippo Zorg heeft deze claim afgewezen bij brief van 28 februari 2013 onder verwijzing naar artikel 3 van de algemene voorwaarden, waarin is bepaald dat de verplichtingen van Hippo Zorg pas twee maanden na de ingangsdatum van de verzekering ingaan voor orthopedische problemen die zijn ontstaan anders dan als gevolg een ongeval (prod. 5 cva).
f. Op 17 juli 2013 heeft dierenarts [dierenarts 1] het paard onderzocht. Het verslag d.d. 22 juli 2013 houdt in dat het paard is onderzocht vanwege ”
slapte in de achterhand tijdens het rijden. Paard lijkt zo nu en dan door de achterbenen te zakken, mn linksachter”; als advies
staat onder meer vermeld het paard aan te bieden voor nader onderzoek omdat op dat moment geen duidelijke oorzaak voor de beschreven en getoonde slapte in de achterhand werd gevonden (prod. 4 inl. dagv.).
g. Op 1 augustus 2013 heeft [appellant] een behandelformulier met daaraan gehecht voornoemd verslag en de factuur van dierenarts [dierenarts 1] ad € 1.096,83 aan Hippo Zorg toegezonden (prod. 5 en 17 inl. dagv.). Hippo Zorg heeft ingestemd met het uitvoeren van het door dierenarts [dierenarts 1] voorgestelde onderzoek.
h. Op 20 augustus 2013 is het paard onderzocht door dierenarts [dierenarts 3] in België. Dr. [dierenarts 3] heeft in zijn brief van 23 augustus 2013 onder meer geconcludeerd dat er sprake is van spinale ataxie ter hoogte van de achterbenen en dat de prognose als sportpaard op niveau ongunstig is (prod. 7 inl. dagv.).
i. Bij brief van 22 augustus 2013 heeft Hippo Zorg aan [appellant] meegedeeld dat zij niet overgaat tot vergoeding van voornoemde veterinaire kosten van het paard omdat er sprake is van een aandoening die tijdens de voorlopige dekkingsperiode is ontstaan en dit niet gemeld is aan de inspecteur van Hippo Zorg die het paard op 18 februari 2013 heeft gekeurd (prod. 8 inl. dagv.).
3.2.1[appellant] heeft in eerste aanleg gevorderd betaling door Hippo Zorg van € 29.961,--, vergoeding van de stallingskosten van het paard, nader op te maken bij staat, betaling van enig in goede justitie te betalen bedrag en betaling van de proceskosten.
[appellant] heeft aan deze vordering ten grondslag gelegd dat het paard op 15 juli 2013 door een omheining is gesprongen en daarbij blijvend letsel heeft opgelopen. Bij onderzoek van 20 augustus 2013 is gebleken dat het paard bekend is met spinale ataxie, waardoor de prognose als sportpaard ongunstig is, aldus [appellant] .
Het bedrag van € 29.961,-- is samengesteld uit een bedrag van € 27.000,-- in verband met de volledige afkeuring van het paard als sportpaard (90% van de verzekerde waarde) en uit een bedrag van € 2.961,64 in verband met veterinaire kosten (prod. 15, 16 en 17 inl. dagv.).
3.2.2Hippo Zorg heeft verweer gevoerd.
3.2.3De rechtbank heeft geoordeeld dat het causaal verband tussen het gestelde ongeval van het paard op 15 juli 2013 en de door de dierenartsen vastgestelde symptomen (ataxie en/of scheefstand van het bekken) onvoldoende is onderbouwd door [appellant] , in verband waarmee de rechtbank heeft afgezien van een bewijsopdracht aan [appellant] dat het gestelde ongeval heeft plaatsgevonden. De rechtbank heeft met betrekking tot de subsidiaire grondslag van de vordering – dat de ataxie en/of de scheefstand van het bekken van het paard het gevolg is van een ziekte of kreupelheid – overwogen dat [appellant] dit onvoldoende onderbouwd heeft.
Voorts heeft de rechtbank overwogen dat tussen partijen vaststaat dat [appellant] alleen aanspraak kan maken op vergoeding van de veterinaire kosten in geval hij op grond van zijn verzekering gerechtigd was tot een schade-uitkering wegens ongeschiktheid van het paard. Nu de rechtbank dit laatste niet heeft kunnen vaststellen, heeft de rechtbank ook dit onderdeel van de vordering afgewezen.
Ten slotte heeft de rechtbank beslist dat, nu de hoofdvordering wordt afgewezen, ook de nevenvorderingen afgewezen worden.