In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellant] tegen Stichting Swalm en Roer voor Onderwijs en Opvoeding, naar aanleiding van een vordering tot betaling van 1800 opgebouwde BAPO-uren na de ontbinding van de arbeidsovereenkomst. De arbeidsovereenkomst van [appellant] is ontbonden op 1 juli 2014 door de kantonrechter, waarbij rekening is gehouden met de omstandigheden van de zaak. [appellant] stelt dat hij recht heeft op uitbetaling van de niet-genoten BAPO-uren, terwijl Stichting Swalm en Roer betwist dat er een verplichting bestaat tot uitbetaling van deze uren. Het hof heeft de procedure in hoger beroep beoordeeld aan de hand van de feiten en de gemaakte afspraken in de arbeidsovereenkomst. Het hof concludeert dat de BAPO-regeling enkel voorziet in de mogelijkheid om opgebouwde BAPO-uren om te zetten in verlof en dat er geen verplichting bestaat tot uitbetaling na beëindiging van de arbeidsovereenkomst. De vordering van [appellant] wordt afgewezen, en het hof bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter. [appellant] wordt veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep.