2.3.De Verordening luidt, voor zover hier van belang:
“Artikel 1
Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
(…)
b.
Reclame object:een openbare aankondiging zichtbaar vanaf de openbare weg;
(…)
f.
Commerciële activiteit:diensten die in principe ook door een privé-persoon kunnen
worden uitgeoefend en waarvoor rechtstreeks een financiële bijdrage wordt gevraagd
van haar gebruikers, het al dan niet nastreven van winst is hierbij niet van belang.
Artikel 2
Belastbaar feit
Onder de naam “reclamebelasting” wordt, binnen het gebied zoals nader aangewezen in de
bij deze verordening behorende kaart, een directe belasting geheven terzake van openbare
aankondigingen die zichtbaar zijn vanaf de openbare weg.
Artikel 3
Belastingplicht
De reclamebelasting wordt geheven van de gebruiker van de onroerende zaak, waarop en
waarbij zich openbare aankondigingen bevinden welke zichtbaar zijn vanaf de openbare weg.
Artikel 4
Vrijstellingen
Reclamebelasting wordt niet geheven terzake van openbare aankondigingen:
(…)
5. die door (semi) overheden of cultureel-maatschappelijke instellingen, die zijn
opgenomen op de actuele lijst van Algemeen Nut Beogende Instellingen (ANBI) zoals
die door de rijksbelastingdienst wordt vastgesteld, zijn aangebracht ten behoeve van
een politiek, godsdienstig, cultureel-maatschappelijk dan wel weldadig doel, voor zover
geen sprake is van een commerciële activiteit;
6. die korter aanwezig zijn dan 13 weken;
7. die aangebracht zijn door of namens winkeliersverenigingen of wijkorganen, waarbij
de openbare aankondiging uitsluitend bevat een aanduiding van de desbetreffende
winkeliersvereniging dan wel wijkorgaan;
8. op bouwterreinen voor zover deze rechtstreeks betrekking hebben op de op dat terrein
in uitvoering zijnde werkzaamheden en niet aankondigingen met een verkoop- dan wel
verhuurbevorderend karakter.
Artikel 5
Maatstaf van heffing en belastingtarief
1. De reclamebelasting wordt geheven per vestiging naar de oppervlakte van een
reclame object, met inachtneming van het overige in deze verordening bepaalde.
(…)
4. Het tarief van de reclamebelasting is opgenomen in de bij deze verordening behorende
tarieventabel.
(…)
Artikel 7
Belastingtijdvak
Het belastingtijdvak is gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 8
Ontstaan belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
1. De belastingschuld ontstaat bij het begin van het belastingtijdvak.
(…)
Artikel 9
Wijze van heffing
De reclamebelasting wordt bij wege van aanslag geheven.
(…)
Artikel 11
Kwijtschelding
Bij de invordering van de reclamebelasting wordt geen kwijtschelding verleend.”