De GI voert in het verweerschrift, zoals aangevuld ter zitting – kort samengevat – het volgende aan.
Het feit dat de moeder thans tijdelijk de zorg voor [minderjarige 2] heeft toont niet aan dat de moeder op dit moment over voldoende opvoedingsvaardigheden beschikt om de veiligheid en opvoeding van [minderjarige 3] te waarborgen.
De bezoeken van de moeder en [minderjarige 3] verlopen goed. Zij hebben een band opgebouwd. [minderjarige 3] reageert wel na de bezoeken door uit haar ritme te zijn en humeurig te worden en soms ook driftbuien te hebben nadien. Het is onduidelijk of de moeder inzicht heeft in de betekenis van de extra prikkels voor [minderjarige 3] . Voort is het de vraag of de moeder een goede inschatting kan maken van wat passend is voor een peuter als [minderjarige 3] .
Aan de moeder is de eis gesteld om deel te nemen aan het moeder-kind traject van Kompaan & De Bocht. Het doel van dit observatietraject is het door intensieve observatie voor de duur van twaalf weken gedurende een opname voor dag en nacht van de moeder, samen met [minderjarige 2] en haar jongere zusje [minderjarige 3] , alsmede de aanwezigheid van [minderjarige 1] in de weekenden, krijgen van een goed beeld van de opvoedingsvaardigheden van de moeder. De moeder heeft daarvoor haar medewerking toegezegd. De wachttijd zou ongeveer zes maanden bedragen. Ter overbrugging van de wachttijd is Lunetzorg ingezet voor pedagogische ondersteuning thuis. Deze ambulante vorm van pedagogische ondersteuning (ad twee uur per week) die enkel de moeder en [minderjarige 2] betreft en geen volledig beeld kan vormen van de vaardigheden van de moeder en in het geheel niet van de vaardigheden van de moeder als alle kinderen in het gezin aanwezig zijn, kan volgens de GI niet een vervanging zijn voor de intensieve observatie die Kompaan & De Bocht biedt.
De moeder is door Kompaan & De Bocht nog uitstel geboden tot 12 oktober 2015, omdat de moeder zich overvallen voelde. De moeder heeft uiteindelijk echter niet ingestemd met de opname.
Het is volgens de GI onvoldoende duidelijk of de moeder de belangen van de kinderen zwaarder kan laten wegen dan haar eigen wensen en verlangens en in staat is om goed in te kunnen spelen op wat een bijna tweejarige aan opvoedingsondersteuning en stimulans nodig heeft en wat een elfjarige en een dertienjarige met LVB problematiek nodig hebben van hun opvoeder.
De samenwerking met de gezinsvoogd verloopt wisselvallig, maar er blijft ruimte voor dialoog. De moeder houdt zich aan de afspraken, maar is niet altijd open en eerlijk, wat een negatief effect heeft op de betrouwbaarheid van de moeder. De moeder dient duidelijke afspraken en kaders te worden geboden, zodat de belangen van [minderjarige 3] in het oog worden gehouden. Gezien de onbeantwoorde vragen over de opvoedingsvaardigheden van de moeder acht de GI voortzetting van de uithuisplaatsing noodzakelijk.
3.7.1.Ter zitting heeft de GI, in aanvulling op het voormelde, het volgende aangevoerd.
In januari 2016 zal de volgende oproep van Kompaan & De Bocht volgen. Ook dan zal de moeder zich binnen twee dagen moeten melden. De moeder heeft in oktober hulp voor het regelen van praktische zaken in verband met de opname niet geaccepteerd. In januari zal deze hulp van Lunetzorg weer aangeboden worden.
Naast de begeleiding van Lunetzorg, krijgt de moeder woonondersteuning. De moeder volgt de in dat kader gegeven adviezen niet altijd op. In oktober en september 2015 heeft de moeder [minderjarige 3] nog zonder toestemming meegenomen naar [woonplaats] . In de herfstvakantie 2015, toen ook [minderjarige 1] bij de moeder verbleef, heeft de moeder de afspraak met de hulpverlening afgebeld, omdat zij in de vakantie geen hulpverlening over de vloer wilde.
De zorgen van de GI zien met name ook op de situatie die ontstaat als de moeder alleen de zorg heeft voor haar drie dochters, waarbij in acht moet worden genomen dat de oudste twee dochters beschadigd zijn als gevolg van de onrust in het gezin ten tijde van de relatie met de heer [de vader] en thans in de puberteit komen en dat de moeder nog amper de zorg voor de jongste dochter heeft gehad.
De GI tracht de moeder al maanden het belang van de observatieplaatsing te laten inzien en haar inzicht te geven in de consequenties als zij daaraan uiteindelijk niet haar medewerking verleent. De herhaaldelijk gegeven uitleg beklijft onvoldoende.