In rechtsoverweging 3.1. heeft de voorzieningenrechter vastgesteld van welke feiten in dit geschil wordt uitgegaan. Die vaststelling wordt niet bestreden. Wel klaagt [geïntimeerde] in haar grieven in het incidenteel appel erover dat de voorzieningenrechter bij de beoordeling van het geschil een aantal naar haar mening wezenlijke feiten over het hoofd heeft gezien, waarbij zij verwijst naar eigen stellingen ten aanzien van die feiten. Die stellingen zullen bij de beoordeling worden betrokken en voor zover relevant daar worden besproken.
Het hof zal hierna eerst een overzicht geven van de relevante en onbestreden feiten waarvan het hof in dit hoger beroep uitgaat.
3.1.3.In de statuten van A.A.S. (productie 3 bij dagvaarding eerste aanleg, hierna: de statuten) is, na een statutenwijziging op 24 september 2007, voor zover thans van belang, het volgende bepaald:
“DOEL
Artikel 2
1. De coöperatie heeft ten doel te voorzien in de economische behoeften van haar leden door hen op het gebied van autoschadeherstel diensten te verlenen en overeenkomsten met hen te sluiten in het bedrijf dat de coöperatie te dien einde ten behoeve van haar leden uitoefent of doet uitoefenen.
2. Het bedrijf van de coöperatie omvat:
a. het afsluiten van contracten voor haar leden, zowel contracten die omzet genereren, als
inkoopcontracten, zowel met verzekeraars, autoleasemaatschappijen en fleetowners als met
andere (landelijke) bedrijven);
b. het stimuleren van de leden van de coöperatie tot lokale en regionale acquisitie van contracten en omzet middels lokale en regionale ondersteuning;
[…]
COÖPERATIEJAAR
Artikel 3
Het coöperatiejaar is gelijk aan het kalenderjaar.
[…]
TOELATING
Artikel 5
1. Een lid dient aan de volgende voorwaarden te voldoen:
[….]
e. het schadebedrijf van het lid moet voldoen aan eventuele andere door het bestuur van de coöperatie nog te stellen eisen; deze eisen worden aan het begin van het boekjaar door het bestuur […] vastgesteld. Het bestuur mag slechts na voorafgaande goedkeuring van de algemene ledenvergadering deze eisen wijzigen.
[…]
EINDE LIDMAATSCHAP
Artikel 8
1. Het lidmaatschap eindigt:
[...]
b. door opzegging namens de coöperatie of door het lid,
[…]
3. Opzegging van het lidmaatschap door de coöperatie kan slechts tegen het einde van een
coöperatiejaar geschieden. De opzegging geschiedt door een schriftelijke kennisgeving door het bestuur van de coöperatie die uiterlijk vier weken voor de laatste dag van het coöperatiejaar ter post moet zijn bezorgd.
Opzegging kan onder meer geschieden wanneer het lid, na daartoe schriftelijk te zijn aangemaand, op de eerste december van enig jaar niet ten volle aan zijn geldelijke verplichtingen jegens de coöperatie heeft voldaan, alsmede wanneer het lid heeft opgehouden te voldoen aan de vereisten als opgesomd in artikel 5 van deze statuten. De opzegging door het bestuur kan [...] onmiddellijke beëindiging van het lidmaatschap tot gevolg hebben, wanneer er redelijkerwijs van de coöperatie niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren. De opzegging geschiedt steeds schriftelijk met opgave van reden.
3.1.4.Partijen hebben op 1 juni 2010 een schriftelijke samenwerkingsovereenkomst gesloten. In deze samenwerkingsovereenkomst (overgelegd als productie 4 bij de dagvaarding in eerste aanleg) is, voor zover thans van belang, het volgende bepaald:
“Artikel 2 Deelname
1. Het A.A.S. lid voldoet en moet blijven voldoen aan de toetredingscriteria zoals gesteld in de bijlage 2.
[…]
Artikel 3 Duur van de overeenkomst
1. De overeenkomst wordt aangegaan voor een periode van drie jaren, ingaande op 1 juni 2010.
2. Behoudens opzegging of anderszins beëindiging van deze overeenkomst zal deze overeenkomst na ommekomst van de duur van de overeenkomst (telkenmale) stilzwijgend worden verlengd voor een periode van drie jaar.
Artikel 4 Diensten ter bewerkstelliging van het doel
A.A.S. zal ten behoeve van het A.A.S. lid/leden diensten verrichten ter bewerkstelliging van het doel van de Coöperatie. [...]
Eén van de diensten van A.A.S. is de verzorging van collectieve afspraken met opdrachtgevers om schadeherstelopdrachten aan de A.A.S. leden te gunnen, althans naar deze leden te verwijzen, waarbij de A.A.S. leden binnen de grenzen van vooraf afgesproken tarieven en/of andere afgesproken voorwaarden blijven.
[...].
Artikel 8 Schorsing, opzegging, beëindiging en ontzetting
Als de samenwerking tussen partijen om wat voor reden dan ook wordt beëindigd, dan wordt
daarmee ook het lidmaatschap in de Coöperatie van rechtswege beëindigd zoals ook bij beëindiging van het lidmaatschap de samenwerking wordt beëindigd. [...].
A. Opzegging en Schorsing
Deze overeenkomst kan door ieder der partijen opgezegd worden met inachtneming van het gestelde daarover in de statuten.
A.A.S. heeft daarenboven het recht om deze overeenkomst met onmiddellijke ingang op te zeggen dan wel het A.A.S. lid te schorsen, indien het bedrijfsmatig gedrag van het A.A.S. lid, na daar schriftelijk en met redenen omkleed door A.A.S. op te zijn gewezen naar het oordeel van A.A.S. zodanig is dat er dreiging bestaat dat het A.A.S. lid materiële of immateriële schade toebrengt aan A.A.S. dan wel aan een samenwerkingsverband dat A.A.S. met een derde is overeengekomen. A.A.S. heeft daarenboven het recht om deze overeenkomst met onmiddellijke ingang op te zeggen dan wel het A.A.S. lid te schorsen, indien het A.A.S. lid, na daartoe schriftelijk in gebreke te zijn gesteld, weigerachtig althans nalatig blijft haar verplichtingen voortvloeiend uit deze overeenkomst na te komen. Ook als het gedrag van het A.A.S. lid op onredelijke wijze de coöperatie benadeeld en/of ernstige imagobeschadiging dreigt, heeft de coöperatie het recht met onmiddellijke ingang de overeenkomst en het lidmaatschap te beëindigen.
[…]
Artikel 12 Medewerking en verplichtingen ten opzichte van elkaar
[…]
5. Het A.A.S. lid verplicht zich om deel te nemen aan het opleidingsplan van A.A.S., alsmede verplicht het A.A.S. lid zich om de voorgeschreven kwaliteitseisen en opleidingseisen in acht te nemen. Het bestuur is bevoegd om ten aanzien daarvan nadere kwaliteitseisen en/of opleidingseisen te stellen en het A.A.S. lid is dan verplicht om deze nadere eisen op te volgen. […] Niet of niet voldoende opvolgen, betekent een berisping, in de vorm van twee maal een gele kaart en als laatste maal een rode kaart. Daarna volgt schorsing of ontzetting. Alle zaken hieromtrent worden schriftelijk vastgelegd. […]”
3.1.5.De ‘Toetredingscriteria 2010’ (bijlage 2 bij de samenwerkingsovereenkomst) maken deel uit van de samenwerkingsovereenkomst. In deze Toetredingscriteria is onder punt 10 opgenomen:
“Er moet ‘ruimte’ zijn voor het bedrijf in het netwerk. Richtlijn daarbij is dat er geen ander A.A.S. lid is binnen een straal van 15 km. Deze afstand is mede afhankelijk van het potentieel van het gebied.”
en onder punt 19:
“Voldoen aan de eisen die door onze opdrachtgevers worden gesteld ter uitvoering van de
samenwerkingsovereenkomst met deze opdrachtgevers, nu maar ook in de toekomst. Ook kan A.A.S. voor de uitvoering van de coöperatiedoelstellingen c.q. besluiten die genomen zijn in de ALV medewerking eisen ter uitvoering ervan. Hieronder valt onder andere de volgende verplichtingen:
dat zij medewerking zullen verlenen aan het volgen van het voorgeschreven opleidingsplan,
[…]”
Op de website van A.AS. (productie 5 dagvaarding 1e aanleg) staat hierover:
“Strenge voorwaarden
Duidelijke regels is een must voor een samenwerkingsverband zoals ons netwerk. Vandaar dat er strenge voorwaarden zijn gesteld aan het lidmaatschap. Bijvoorbeeld minimaal 8 directe medewerkers werkzaam en minimaal 800 m2 bedrijfsoppervlakte. En er moet natuurlijk ruimte zijn, dus geen bestaand A.A.S. lid binnen een straal van 15 kilometer tenzij het potentieel in dit gebied heel groot is. We vragen ook bepaalde garanties met betrekking tot ons kwaliteitslabel.”
3.1.7.Bij e-mailbericht van 23 februari 2015 (productie 15 conclusie van antwoord) heeft mevrouw [vertegenwoordiger van het bestuur] namens het bestuur van A.A.S. aan [geïntimeerde] het navolgende bericht:
‘Volgende week donderdag 5 maart hebben wij onze extra ledenbijeenkomst inzake te nemen besluiten. Hierover hebben we meerdere malen contact gehad. Alles lijkt nu verder in orde echter omdat jullie nog niet volledig aan de loyaliteitseisen voldoen is er nog geen uitnodiging m.b.t. deze ALV naar jullie verzonden. Indien jullie kunnen aantonen dat jullie wel voldoen aan de laatste eis, zal er een uitnodiging jullie kant opkomen. We begrijpen dat een AST traject niet meer zal lukken, daarom is er als bestuur het volgende besloten: Bewijs aanleveren dat jullie ingeschreven moeten staan voor de vereiste AST module(s) en voor de ALV van juni a.s. ook daadwerkelijk hiermee zijn begonnen.
In de ALV van december jl. hebben we met elkaar ook vastgesteld dat als leden die niet de 5 voorwaarden voor 2014 in orde hebben vóór 5 maart, ze geen toegang tot deze vergadering hebben. Graag vernemen wij van jou de status, zodat je ook bij de ALV van 5 maart aanwezig kunt zijn.’
3.1.8.Bij brief van 29 juni 2015 (productie 6 dagvaarding 1e aanleg) heeft [bestuurslid van A.A.S.] (een van de bestuurders van A.A.S., hierna: [bestuurslid van A.A.S.] ) namens A.A.S. aan [geïntimeerde] geschreven:
“[…] Tot op heden beschikt u nog steeds niet over een afgeronde AST-kwalificatie. Deze kwalificatie is reeds geruime tijd als eis door de ALV bekrachtigd en daarmee voorwaarde geworden om lid te kunnen zijn van A.A.S.
Ondanks meermalig contact via onze centrale organisatie, onze accountmanagers en diverse communicaties onzerzijds (zie bijv. onze laatste e-mails dd. 23 januari en 23 februari jongstleden) blijven concrete acties uwerzijds uit. Ook het ontzeggen van de toegang tot de ALV van 5 maart jongstleden heeft u er niet toe kunnen bewegen om actie te ondernemen.
Daarmee schaad u het belang van A.A.S., aangezien het ontbreken van een AST-kwalificatie onvoldoende waarborgen biedt voor kwalitatief goed herstel. Deze schade is dusdanig zwaarwegend, dat wij genoodzaakt zijn over te gaan tot het beëindigen van uw lidmaatschap van A.A.S.
Dit schrijven bevestigt de opzegging van de Samenwerkingsovereenkomst zoals getekend op 1 juni 2010. Daarmee eindigt uw lidmaatschap van de Coöperatie Allround Automotive Solutions (A.A.S.) U.A. met ingang van 1 oktober 2015.
[…]”.
3.1.9.Op 9 juli 2015 heeft A.A.S. samen met twee van haar leden de besloten vennootschap Schadeherstel Forepark B.V. (hierna te noemen: Forepark) opgericht (prod. 19 mva). A.A.S. participeert in Forepark via de vennootschap AAS Participaties B.V., waarvan A.A.S. enig aandeelhouder en bestuurder is. Deze vennootschap is eveneens op 9 juli 2015 opgericht door A.A.S. (productie 15 [geïntimeerde] dagvaarding 1e aanleg) en is één van de drie aandeelhouders en bestuurders van Forepark. De twee overige aandeelhouders en bestuurders zijn leden van A.A.S. Het schadeherstelbedrijf van Forepark is in bedrijf sinds 3 september 2015, is feestelijk geopend als ‘flagshipstore’ van A.A.S. op 2 oktober 2015 (productie 8 dagvaarding 1e aanleg) en ligt hemelsbreed gemeten op vijf kilometer afstand van het autoschadeherstelbedrijf van [geïntimeerde] .
3.1.12.Bij brief van diezelfde datum (productie 10 dagvaarding 1e aanleg) heeft [bestuurslid van A.A.S.] namens A.A.S. aan [geïntimeerde] bericht de opzegging van de samenwerkingsovereenkomst en het lidmaatschap te zullen handhaven en dat voor het geval de opzegging (hof: van 29 juni 2015) geen stand houdt, de samenwerkingsovereenkomst op grond van artikel 8 sub A van de samenwerkingsovereenkomst wordt opgezegd tegen het einde van het verstrijken van de drie jaarstermijn, 1 juni 2016. De brief bevat in dit verband de volgende passage:
“Mocht de voornoemde opzegging om welke reden dan ook in rechte onverhoopt geen stand houden, dan wordt hierbij alsnog (en dus voor zover de overeenkomst nog niet op rechtmatige gronden zou zijn opgezegd en/of de samenwerkingsovereenkomst nog niet beëindigd zou zijn) de samenwerkingsovereenkomst -op grond van artikel 8 sub A van de samenwerkingsovereenkomst- opgezegd tegen het einde van het verstrijken van de drie jaarstermijn.
Hierbij en derhalve tijdig wordt de samenwerkingsovereenkomst opgezegd. De samenwerkingsovereenkomst is per 1 juni 2010 afgesproken voor een termijn van drie jaar. De samenwerkingsovereenkomst is derhalve in eerste instantie afgesproken voor de termijn van 1 juni 2010 tot 1 juni 2013. Daarna is de samenwerkingsovereenkomst stilzwijgend voortgezet. Op grond van artikel 3 lid 2 van de samenwerkingsovereenkomst is de samenwerkingsovereenkomst opnieuw voor een termijn van drie jaren verlengd tot 1 juni 2016. Met de laatstgenoemde opzegging komt er derhalve sowieso een einde aan de samenwerkingsovereenkomst, ook in het geval de voornoemde eerste opzegging in rechte geen stand zou houden.”
3.2.1.In de inleidende dagvaarding heeft [geïntimeerde] – kort gezegd – gevorderd:
I. (indien en voor zover er sprake is van een formeel opzeggingsbesluit) het opzeggingsbesluit te vernietigen;
II. A.A.S. te veroordelen tot voortzetting van de samenwerkingsovereenkomst tussen A.A.S. en [geïntimeerde] en van het lidmaatschap, op dezelfde wijze waarop dat de afgelopen jaren gebeurde;
III. A.A.S. te veroordelen om binnen 24 uur na het te wijzen vonnis alle opdrachtgevers en klanten schriftelijk te informeren dat de samenwerking en lidmaatschap met [geïntimeerde] naar volle tevredenheid wordt voortgezet met gelijktijdige verzending van een afschrift van deze correspondentie aan [geïntimeerde] ;
IV. A.A.S. te verbieden om direct of indirect als bestuurder, financier en/of aandeelhouder te participeren in Forepark en om deze vennootschap direct of indirect te faciliteren bij het verrichten van activiteiten die concurreren met die van [geïntimeerde] ;
V. A.A.S. te gebieden om ervoor te zorgen dat Forepark in [vestigingsplaats] geen (concurrerende) activiteiten zal uitvoeren, direct of indirect in samenwerking met A.A.S. en/of als lid van A.A.S.;
Dit alles op straffe van verbeurte van een dwangsom en met veroordeling van A.A.S. in de proceskosten.
3.2.2.Aan deze vordering heeft [geïntimeerde] , kort samengevat, het volgende ten grondslag gelegd.
De opzegging van de samenwerkingsovereenkomst en het lidmaatschap is niet rechtsgeldig, omdat een wettelijke, contractuele of statutaire grondslag daarvoor ontbreekt, terwijl bovendien geen sprake is geweest van een door de samenwerkingsovereenkomst en de statuten voorgeschreven schriftelijke aanmaning en niet is gehandeld conform de in artikel 12 lid 5 opgenomen regeling (welke regeling geldt als niet is voldaan aan de opleidings- en/of kwaliteitseisen) over gele en rode kaarten.
[geïntimeerde] acht de opzegging van de samenwerking en het lidmaatschap naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar, omdat partijen al jarenlang samenwerken waarbij sprake is van een bestendige duurrelatie die niet zomaar kan worden opgezegd. Een voldoende zwaarwegende reden voor opzegging ontbreekt in de visie van [geïntimeerde] . Het als reden voor opzegging gehanteerde argument dat [geïntimeerde] niet voldoet aan de eis dat zij een A.S.T.-gecertificeerde werknemer in dienst moet hebben, gaat niet op, omdat er meer A.A.S.-leden zijn die niet aan deze eis voldoen zonder dat A.A.S. daartegen optreedt. Ook Forepark, waarbij A.A.S. zelf als middellijk aandeelhouder en bestuurder betrokken is, is niet A.S.T. gekwalificeerd, aldus [geïntimeerde] . [geïntimeerde] vermoedt daarom dat de werkelijke reden van opzegging is gelegen in de omstandigheid dat Forepark, waarin A.A.S. dus een financieel belang heeft, opereert in hetzelfde werkgebied als [geïntimeerde] . Naar de mening van [geïntimeerde] handelt A.A.S. in strijd met haar doelomschrijving en in strijd met gemaakte afspraken door te participeren in een vennootschap die concurreert met [geïntimeerde] , waardoor [geïntimeerde] aanzienlijke schade lijdt en de continuïteit van haar bedrijfsvoering in gevaar wordt gebracht. [geïntimeerde] heeft gesteld een groot financieel en daarmee spoedeisend belang te hebben bij toewijzing van zijn vorderingen.
3.2.3.A.A.S. heeft het gestelde spoedeisende belang bestreden en heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Dat verweer zal, voor zover in hoger beroep van belang, in het navolgende aan de orde komen.