3.1.Als niet voldoende betwist kan in dit hoger beroep worden uitgegaan van de volgende feiten.
3.1.1.[geïntimeerde] drijft onder de naam Intratuin een tuincentrum aan de [adres] te [vestigingsplaats] . Haar directeur is de heer [directeur van tuincentrum] .
3.1.2.[appellante] , waarvan de heer [middelijk bestuurder] (middellijk) bestuurder is, drijft een beveiligingsbedrijf.
3.1.3.Op 26 juni 2008 is tussen partijen een overeenkomst tot stand gekomen (productie 1 bij inleidende dagvaarding) kort gezegd inhoudende dat [appellante] zorg draagt voor controlerondes en alarmopvolging voor het bedrijfspand van [geïntimeerde] en voor de afwerking van incidenten. Controlerondes en alarmopvolging door [appellante] vinden plaats doordeweeks tussen 18.00 uur en 08.00 uur en in het weekend tussen vrijdag 18.00 uur en maandag 08.00 uur. Bij feestdagen gebeurt dit 24 uur per dag. Er worden door [appellante] twee à drie controlerondes per nacht gemaakt, waarvan één ronde om het hele pand wordt gelopen. Eenmaal per week worden deuren, hekwerk en materialen buiten gecontroleerd door [appellante] .
[geïntimeerde] betaalt hiervoor € 243,32 per maand aan [appellante] en € 35,- voor alarmopvolging tot één uur. Na een uur wordt € 12,50 per twintig minuten vergoed. Voormelde bedragen zijn exclusief BTW.
Ingangsdatum van het contract is 1 juli 2008 en kent een looptijd van één jaar, welke automatisch voor één jaar wordt verlengd indien de overeenkomst niet wordt opgezegd.
Op de overeenkomst zijn van toepassing de “Algemene voorwaarden voor verrichten van diensten door [appellante] Beveiliging [vestigingsnaam] ” (productie 1 bij inleidende dagvaarding, hierna: de algemene voorwaarden). De algemene voorwaarden zijn gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel in Middelburg en zijn aan [geïntimeerde] verstrekt bij de totstandkoming van de overeenkomst.
3.1.4.In de algemene voorwaarden wordt alarmopvolging gedefinieerd als het doorgeven van de door de meldkamer ontvangen alarmmeldingen aan de door de opdrachtgever aangegeven personen en/of instanties en, indien overeengekomen, het op verzoek van opdrachtgever ter plaatse instellen van een onderzoek naar de oorzaak van een alarmmelding.
In 2.2.1.1. van de algemene voorwaarden wordt vermeld dat de verbintenis van [appellante] een inspanningsverplichting is, waarbij [appellante] de specifieke eisen van vakmanschap die de dienstverlening met zich brengt in acht zal nemen en dat alle eisen die door de opdrachtgever aan diensten worden gesteld, met [appellante] nadrukkelijk moeten zijn overeengekomen.
De algemene voorwaarden bepalen in 2.12.1.1. dat [appellante] uitsluitend aansprakelijk is voor directe schade als gevolg van - door opdrachtgever aan te tonen - grove schuld of opzet van [appellante] bij de uitvoering van haar verplichtingen voortvloeiend uit de tussen partijen gesloten overeenkomst. Voorts wordt in dit artikel bepaald dat [appellante] niet aansprakelijk is voor bedrijfs- en gevolgschade, waaronder in ieder geval dient te worden verstaan geleden verlies en gederfde winst.
3.1.5.Op 2 augustus 2010 is omstreeks 1:27 uur door een medewerker van de SMC-meldkamer geconstateerd dat de verbinding tussen het alarmsysteem en de alarmcentrale was uitgevallen. Uit het door de meldkamer opgemaakte rapport (productie 3 inleidende dagvaarding) blijkt dat de meldkamer om 1:32 uur [appellante] heeft gebeld, dat [appellante] verdere aktie neemt, dat om 2.07 uur de bewaking belde voor de status, dat zij zelf al “wa” (hof: het waarschuwingsadres, zijnde de heer [directeur van tuincentrum] voornoemd) hebben gebeld en dat er extra rondes worden gereden. Voorts blijkt uit het rapport dat om 3.55 uur een test wordt uitgevoerd. Tenslotte wordt in het rapport opgemerkt dat om 9.49 uur is afgemeld met de vermelding “technische oorzaak.”
3.1.6.Uit het rapport van [beveiligingsmedewerker] , destijds beveiligingsmedewerker van [appellante] , van
2 augustus 2010 (het eerste stuk van productie 1 bij conclusie van antwoord) blijkt dat hij ter zake Intratuin omstreeks 1.35 uur melding van een lijnfout (hof: het ontbreken van verbinding tussen alarminstallatie en meldkamer) kreeg van een collega die contact had gehad met het waarschuwingsadres. Als de lijn niet door komt krijgt het pand extra aandacht, zo merkt [beveiligingsmedewerker] vervolgens op in zijn rapport.
Voorts blijkt uit het rapport van [beveiligingsmedewerker] dat hij om 2.00 uur ter plaatse was, dat hij eerst een externe ronde om het pand heeft gelopen, dat hij hierbij geen bijzonderheden heeft waargenomen, dat hij het pand binnen is gegaan, dat het systeem toen nog op scherp stond, dat hij een proefalarm heeft gemaakt, dat er geen groepen of meldingen in het systeem stonden, dat hij, [beveiligingsmedewerker] , de meldkamer heeft gebeld, dat de meldkamer geen melding kreeg, dat hij, omdat het systeem alleen zijn, [beveiligingsmedewerker] ’ melding aangaf en verder geen andere zones, geen binnenronde heeft gelopen en dat hij bij vertrek het systeem weer op scherp heeft gezet.
3.1.7.Twee inbrekers zijn op 2 augustus 2010 omstreeks 1.30 uur het pand binnengekomen en hebben dit omstreeks 6.00 uur weer verlaten.
3.1.8.Uit het proces-verbaal van aangifte van 2 augustus 2010, gedaan door de heer [directeur van tuincentrum] , blijkt dat omstreeks 7.30 uur de inbraak is ontdekt, dat men via het dak is binnengekomen en dat de telefoon- en datakabels zijn doorgeknipt. Het opsporingsonderzoek heeft niets opgeleverd.
3.1.9.De door de inbrekers aangerichte schade beliep € 32.437,81, waarvan de verzekeraar van [geïntimeerde] € 25.466,04 heeft vergoed. De eigen risico’s tot een totaalbedrag van € 6.971,77 werden niet vergoed.
3.1.10.Op 27 september 2010 heeft [geïntimeerde] [appellante] aansprakelijk gesteld voor het niet vergoede deel van de schade.
3.2.1.In de onderhavige procedure vordert [geïntimeerde] veroordeling tot betaling door [appellante] van € 6.971,77, te vermeerderen met wettelijke handelsrente en buitengerechtelijke incassokosten en veroordeling van [appellante] in de kosten van het geding.
3.2.2.Aan deze vordering heeft [geïntimeerde] , kort samengevat, primair ten grondslag gelegd dat [appellante] toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit hoofde van de overeenkomst tot opdracht zodat [appellante] gehouden is de schade die [geïntimeerde] daardoor lijdt te vergoeden. Subsidiair grondt zij haar vordering op de stelling dat [appellante] als opdrachtnemer haar zorgplicht heeft geschonden door niet de zorg van een goed opdrachtnemer in acht te nemen.
3.2.3.[appellante] heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Dat verweer zal, voor zover in hoger beroep van belang, in het navolgende aan de orde komen.
3.3.1.In het tussenvonnis van 22 januari 2014 heeft de rechtbank [appellante] opgedragen te bewijzen dat een medewerker van [geïntimeerde] in de nacht van 1 op 2 augustus 2010 aan [beveiligingsmedewerker] heeft opgedragen om extra rondes te rijden.
3.3.2.In het eindvonnis van 25 juni 2014 heeft de rechtbank [appellante] niet in de bewijslevering geslaagd geacht en haar veroordeeld tot betaling van € 6.971,77, te vermeerderen met “de wettelijke rente” en tot betaling van € 723,59 aan buitengerechtelijke werkzaamheden, met veroordeling van [appellante] in de proceskosten.