ECLI:NL:GHSHE:2016:5739
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verlening van vervangende toestemming tot erkenning van een minderjarige en de kosten van het verwantschapsonderzoek
In deze zaak gaat het om de verlening van vervangende toestemming tot erkenning van de minderjarige [minderjarige 1] door de man, die de verwekker is. De vrouw, de moeder van [minderjarige 1], heeft in hoger beroep de beschikking van de rechtbank aangevochten, waarin toestemming werd verleend aan de man om [minderjarige 1] te erkennen. De vrouw vreest dat erkenning negatieve gevolgen zal hebben voor de emotionele en psychologische ontwikkeling van [minderjarige 1] en haar relatie met de moeder. Het hof heeft in eerdere beschikkingen een deskundigenonderzoek gelast naar de vraag of de man de biologische vader is van [minderjarige 1]. Dit onderzoek heeft bevestigd dat de man inderdaad de verwekker is. Tijdens de mondelinge behandeling zijn de vrouw, de man, de bijzondere curator en de Raad voor de Kinderbescherming gehoord. De bijzondere curator en de raad hebben zich achter de man geschaard, waarbij zij geen bezwaren hebben geuit tegen de erkenning. Het hof heeft de belangen van de vrouw en het kind afgewogen en geconcludeerd dat er onvoldoende bewijs is dat erkenning schadelijk zou zijn voor [minderjarige 1]. De vrouw heeft ook haar angst geuit dat erkenning zou leiden tot een verzoek om omgang, wat de stabiliteit in haar gezin zou ondermijnen. Het hof heeft echter geoordeeld dat deze bezwaren niet voldoende zijn om de erkenning te weigeren. De kosten van het verwantschapsonderzoek zijn definitief voor rekening van de man gesteld, aangezien hij in hoger beroep twijfels heeft geuit over zijn vaderschap, terwijl de vrouw consistent is gebleven in haar stelling dat hij de verwekker is. Het hof heeft de beschikking van de rechtbank bekrachtigd en het meer of anders verzochte afgewezen.