ECLI:NL:GHSHE:2016:5651

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
27 december 2016
Publicatiedatum
27 december 2016
Zaaknummer
200.140.146_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Deskundigenonderzoek naar schade door fout advies belastingadviseur

In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, gaat het om een hoger beroep van een maatschap tegen meerdere geïntimeerden naar aanleiding van een foutief advies van een belastingadviseur. De uitspraak betreft een deskundigenonderzoek dat moet worden verricht naar de schade die de geïntimeerden hebben geleden door het onjuiste advies. Het hof heeft in een eerder tussenarrest van 2 augustus 2016 geoordeeld dat de waardeontwikkeling van de betrokken panden moet worden onderzocht, waarbij specifiek gekeken moet worden naar de markt voor vergelijkbare panden in de periode van 2005 tot 2020. De omvang van de schade wordt bepaald door een vergelijking van de huidige waarde met de waarde die zou zijn geweest zonder het foutieve advies. Het hof heeft partijen gevraagd om suggesties voor deskundigen, maar omdat zij niet overeenkwamen, heeft het hof zelf een deskundige benoemd, ing. A.M. Bilderbeek MSRE MRICS RT, van Bilderbeek & Partners B.V. De deskundige moet rapporteren over de waarde van de panden en de schade die is geleden. De kosten van het deskundigenonderzoek zijn voorlopig begroot op € 10.500,00, die in eerste instantie ten laste komen van de appellante. Het hof heeft verder bepaald dat partijen binnen een week na de uitspraak de processtukken aan de deskundige moeten verstrekken en dat de deskundige zijn rapport binnen drie maanden moet indienen. De zaak is verwezen naar de rol van 25 april 2017 in afwachting van het deskundigenbericht.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Afdeling civiel recht
zaaknummer 200.140.146/01
arrest van 27 december 2016
in de zaak van
De maatschap [de maatschap],
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
appellante,
hierna aan te duiden als [appellante] ,
advocaat: mr. N.E.N. de Louwere te Waalre,
tegen

1.[geïntimeerde 1] ,

2.
[geïntimeerde 2] ,
3.
[geïntimeerde 3] ,allen wonende te [woonplaats] ,
geïntimeerden,
hierna aan te duiden als [geïntimeerden] ,
advocaat: mr. F.J.H.M. Berndsen te Breda,
als vervolg op het tussenarrest van dit hof van 2 augustus 2016.

5.Het verloop van de procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenarrest van 2 augustus 2016;
  • de akte uitlaten na tussenarrest van [appellante] ;
  • de antwoordakte na tussenarrest van [geïntimeerden]
Het hof heeft daarna een datum voor arrest bepaald.

6.De verdere beoordeling

6.1.1.
Bij genoemd tussenarrest heeft het hof, voor zover thans van belang, geoordeeld dat voor de waardeontwikkeling van de panden [adres 2] en [adres 4] - relevant voor de vraag of door het onjuiste advies van [appellante] aan [geïntimeerden] door dezen schade is geleden – specifiek gekeken moet worden naar de ontwikkeling van de markt voor vergelijkbare panden met een vergelijkbaar gebruik in de omgeving van [plaats 1] in de periode 2005-2020. De omvang van die gestelde schade wordt bepaald door een vergelijking van de toestand zoals deze naar thans is te voorzien in 2020 zal zijn, met de toestand zoals die (vermoedelijk) zou zijn geweest in 2020 indien het advies niet zou zijn gegeven. Het hof heeft in dit verband behoefte aan deskundige voorlichting.
6.1.2.
Het hof heeft partijen verzocht zich uit te laten over de persoon en het aantal van de bedoelde deskundigen, en over de aan deze(n) te stellen vragen.
6.2.1.
[appellante] heeft aangegeven dat wat haar betreft een deskundige, behorend tot een landelijk opererend vastgoedkantoor met een regionale vestiging in [plaats 2] dient te worden benoemd. Zij stelt voor een van de adviseurs verbonden aan [makelaars 1] Makelaars te [plaats 2] te benoemen. Zij heeft suggesties voor de aan deze deskundige te stellen vragen gedaan.
6.2.2.
[geïntimeerden] hebben eveneens de voorkeur voor de benoeming van één deskundige en hebben aan het hof suggesties ten aanzien van de te benoemen deskundige en de aan deze te stellen vragen gedaan. Zij stellen dat een landelijk opererend makelaarskantoor, als door [appellante] voorgesteld, zich richt op een ander marktsegment dan aan de orde is. Hun voorkeur gaat uit naar een lokale deskundige die gespecialiseerd is met name in de regio in het segment van kleinere projecten, zowel commercieel onroerend goed als (monumentale) woonhuizen. In dat verband stellen zij voor een van de adviseurs van [makelaars 2] Makelaars in [plaats 2] .
6.3.1.
Nu partijen zich niet gelijkluidend hebben uitgelaten over de persoon van de te benoemen deskundige, heeft het hof niet de door hen voorgestelde deskundigen benaderd, maar zelf een deskundige gezocht. Het hof heeft ing. A.M. Bilderbeek MSRE MRICS RT, RICS Registered Valuer, van Bilderbeek & Partners B.V. bereid gevonden om in deze zaak te rapporteren. Het kantoor van deze deskundige is gevestigd te [plaats 3] , maar het bedrijf is vooral actief in de regio [plaats 4] en [plaats 2] .
13.3.2.
De deskundige heeft zijn kosten voorlopig begroot op € 10.500,00 incl. btw en reiskosten. Zoals reeds geoordeeld komen deze kosten voorshands ten laste van [appellante] .
6.4.
Partijen zijn het niet eens geworden over de door de deskundige te beantwoorden vragen.
In aanmerking genomen de door partijen gedane suggesties bepaalt het hof dat de deskundige gemotiveerd en zo nauwkeurig mogelijk antwoord dient te geven op de volgende vragen:
1.Kunt u aangeven wat de waarde in het economisch verkeer was (resp. naar uw taxatie vermoedelijk zal zijn) van het pand [adres 2] te [plaats 1]
1a. op 1 januari van ieder jaar in de periode 2006-2020;
1b. op de data waarop de kinderen meerderjarig zijn geworden;
1c. op 31 december 2020.
2Kunt u aangeven wat de waarde in het economisch verkeer was (resp. naar uw taxatie vermoedelijk zal zijn) van het pand [adres 4] te [plaats 1]
2a. op 1 januari van ieder jaar in de periode 2006-2020;
2b. op de datum dat het pand in 2008 is overgedragen;
2c. op 31 december 2020.

1.en 2Wiltubijuwbeantwoordingvandezevragenrekeninghoudenmet

het huidige gebruik als privékliniek resp. kantoor;
met tuin en parkeerplaatsen;
de tot op heden lopende en in de periode vanaf heden tot eind 2020 nog doorlopende, dan wel naar alle waarschijnlijkheid te verwachten, huurovereenkomsten en de daarbij behorende zakelijke huurprijs;
e onderhoudskosten van de panden;
het gebruikelijk uitgevoerde onderhoud en/of verbeteringen.

3.Wilt u bij de beantwoording van de vragen 1 en 2 differentiëren naar

het gebruik van beide panden samen versus het gebruik van elk van de panden apart;
het gebruik van het pand [adres 2] als privékliniek, als kantoorvilla en als woonhuis (nu door [geïntimeerden] is gesteld dat op het pand ook een woonbestemming zit)?
4.Wilt u bij de beantwoording van de vragen 1, 2 en 3 onderscheid maken (indien aanwezig) tussen vergelijkbare panden met een vergelijkbaar gebruik in [plaats 1] en vergelijkbare panden met een vergelijkbaar gebruik in de regio [plaats 2] ?
5.Heeft u voor het overige nog opmerkingen waarvan u het zinvol acht dat het hof daarvan kennis neemt?
6.5.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

7.De beslissing

Het hof:
7.1.
bepaalt dat een deskundigenonderzoek wordt verricht naar de in rechtsoverweging 6.4 van dit arrest geformuleerde vraag/vragen;
7.2.
benoemt tot deskundige ter beantwoording van deze vraag/vragen:
ing. A.M. Bilderbeek MSRE MRICS RT, RICS Registered Valuer,
Bilderbeek & Partners B.V,
[adres] , [plaats 3]
Postbus [postbus] , [postcode] [plaats 4]
[e-mailadres]
7.3.
bepaalt dat de griffier van dit hof een afschrift van dit arrest aan de deskundige toezendt;
bepaalt dat partijen binnen één week na de datum van dit arrest (een afschrift van) de verdere processtukken aan de deskundige ter beschikking zullen stellen en alle door deze gewenste inlichtingen zullen verstrekken;
7.4.
bepaalt dat de deskundige eerst met het onderzoek begint nadat daartoe van de griffier bericht is ontvangen;
bepaalt dat de deskundige bij het onderzoek –
en ten aanzien van de conceptrapportage– partijen in de gelegenheid stelt opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en dat uit het schriftelijk bericht van de deskundige moet blijken of aan dit voorschrift is voldaan, terwijl in het bericht tevens melding wordt gemaakt van de inhoud van zodanige opmerkingen en verzoeken;
verzoekt de deskundige een schriftelijk en met redenen omkleed bericht, met een duidelijke conclusie, in te leveren ter griffie van dit hof en tegelijkertijd een afschrift van het bericht aan de advocaten van partijen toe te zenden;
bepaalt de termijn waarbinnen het schriftelijk, ondertekend bericht ter griffie van dit hof (postbus 70583, 5201 CZ 's-Hertogenbosch) moet worden ingeleverd op
drie maandennadat door de griffier is bericht dat met het onderzoek kan worden begonnen;
7.5.
bepaalt het voorschot op de kosten van de deskundige op het door de deskundige begrote bedrag van in totaal € 10.500,00 (incl. btw), tenzij (één van) partijen binnen veertien dagen na deze uitspraak
bij brief aan de griffier van dit hofmet afschrift aan de wederpartij (die binnen twee dagen hierop kan reageren bij brief aan de griffier van dit hof met afschrift aan de wederpartij)tegen de hoogte van het voorschot bezwaar heeft/hebben gemaakt, in welk geval het hof op het bezwaar/de bezwaren zal beslissen en de hoogte van het voorschot zal bepalen;
bepaalt dat [appellante] laatstgenoemd bedrag zal overmaken na ontvangst van de nota met betaalinstructies die door het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak zal worden verzonden;
verzoekt de deskundige, indien zijn kosten het voorschot te boven mochten gaan, het hof daarover tijdig in te lichten;
7.6.
benoemt mr. H.A.G. Fikkers tot raadsheer-commissaris, tot wie de deskundige zich, door tussenkomst van de griffier dient te wenden met (procedurele) vragen en verzoeken indien het onderzoek daartoe aanleiding geeft;
7.7.
verwijst de zaak naar de rol van 25 april 2017 in afwachting van het deskundigenbericht;
Verstaat dat de zaak na ontvangst van het deskundigenbericht naar de rol wordt verwezen voor memorie na deskundigenbericht aan de zijde van [appellante] ;
7.8.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. H.A.G. Fikkers, S.M.A.M. Venhuizen en P.C. van der Vegt en is in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 27 december 2016.
griffier rolraadsheer