ECLI:NL:GHSHE:2016:5609

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
8 november 2016
Publicatiedatum
20 december 2016
Zaaknummer
200.196.111_01 H afwijzing
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot verbetering van arrest in civiele procedure met betrekking tot lease van trekker en verkoop langs snelweg

In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch aanhangig was, ging het om een verzoek tot verbetering van een eerder arrest. Het oorspronkelijke arrest, gewezen op 8 november 2016, betrof een civiele procedure over de lease van een trekker en de verkoop daarvan langs de snelweg, waarbij ook vragen over Belgisch recht, heling en ongerechtvaardigde verrijking aan de orde kwamen. De appellant, wonende in België en vertegenwoordigd door advocaat mr. W.R.M. Voorvaart, had een verzoek ingediend om een kennelijke fout in het arrest te corrigeren. Dit verzoek was gebaseerd op de stelling dat de appellant niet binnen de gestelde termijn had voldaan aan de verplichting tot betaling van het griffierecht, wat volgens hem zou leiden tot ontslag van instantie.

De advocaat van de geïntimeerde, mr. E.D. van der Minne, heeft in een faxbericht van 9 november 2016 aan de griffier van het hof aangegeven dat hij van mening was dat er een kennelijke fout in het arrest was. In een brief van 17 november 2016 heeft mr. Voorvaart echter geconcludeerd tot afwijzing van het verzoek tot verbetering. Het hof heeft overwogen dat de door de appellant aangevoerde fout een verkeerde beoordeling zou inhouden en dat deze niet eenvoudig kon worden hersteld of verbeterd op basis van artikel 31 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv).

Uiteindelijk heeft het hof het verzoek tot verbetering van het arrest afgewezen en de zaak verwezen naar de rol van 10 januari 2017 voor het nemen van een memorie van antwoord aan de zijde van de geïntimeerde. De uitspraak is gedaan door de rechters S.M.A.M. Venhuizen, M.G.W.M. Stienissen en A.J. Henzen en is openbaar uitgesproken op 20 december 2016.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Afdeling civiel recht
zaaknummer 200.196.111/01
arrest van 20 december 2016 op een verzoek tot VERBETERING in de zin van artikel 31 Rv van het arrest, gewezen op 8 november 2016
in de procedure in hoger beroep die bij het gerechtshof 's-Hertogenbosch aanhangig is tussen

[appellant] ,

wonende te [woonplaats] , België,
appellant,
advocaat: mr. W.R.M. Voorvaart te Breda,
tegen

[de vennootschap] ,

gevestigd te [vestigingsplaats] ,
geïntimeerde,
advocaat: mr. E.D. van der Minne te Eindhoven.
Bij faxbericht van 9 november 2016 heeft mr. Van der Minne aan de griffier van het hof bericht dat het hem voorkomt dat in r.o. 3.3 en daardoor ook in het dictum van het arrest een kennelijke fout bevat, te weten dat appellant niet binnen de gestelde termijn heeft voldaan aan de verplichting tot betaling van het griffierecht, waardoor in beginsel ontslag van instantie dient te worden uitgesproken.
Bij brief van 17 november 2016 heeft mr. Voorvaart geconcludeerd tot afwijzing van het verzoek.
Het hof overweegt dat bedoelde fout een verkeerde beoordeling zou inhouden. Deze leent zich niet voor eenvoudig herstel of verbetering op de voet van artikel 31 Rv.
Het hof zal het verzoek dan ook afwijzen.
Het hof:
wijst af het verzoek tot verbetering van het arrest;
verwijst de zaak naar de rol van 10 januari 2017 voor het nemen van een memorie van antwoord aan de zijde van [geïntimeerde]
Dit arrest is gewezen door mrs. S.M.A.M. Venhuizen, M.G.W.M. Stienissen en A.J. Henzen en is in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 20 december 2016.
griffier rolraadsheer