ECLI:NL:GHSHE:2016:5579
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake verzoek tot omzetting van faillissement naar schuldsaneringsregeling
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 15 december 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek tot omzetting van een faillissement naar de wettelijke schuldsaneringsregeling. De appellante, die in staat van faillissement verkeert, had eerder bij de rechtbank Zeeland-West-Brabant verzocht om de toepassing van de schuldsaneringsregeling. De rechtbank had dit verzoek afgewezen, omdat niet voldoende aannemelijk was dat de appellante te goeder trouw was geweest bij het ontstaan van haar schulden in de vijf jaar voorafgaand aan het verzoek. De appellante was van mening dat zij niet goed op de hoogte was van de financiële verplichtingen die zij aanging, mede door de invloed van haar ex-partner.
Tijdens de mondelinge behandeling in hoger beroep op 7 december 2016 is de curator gehoord, die verklaarde dat er geen minnelijk traject was doorlopen. Het hof oordeelde dat de curator onvoldoende had aangetoond dat er geen reële mogelijkheden waren voor een buitengerechtelijke schuldregeling. Het hof benadrukte dat bij een verzoek tot omzetting ex artikel 15b van de Faillissementswet, de schuldenaar moet aantonen dat er een poging tot een buitengerechtelijke regeling is gedaan. Het hof concludeerde dat de aanvraag niet voldeed aan de vereisten, omdat er geen adequate en leesbare schuldenlijst was overgelegd en dat het verzoek niet toewijsbaar was. Het hof bekrachtigde het vonnis van de rechtbank, waarbij de gronden voor afwijzing werden gewijzigd.