Met betrekking tot de onder 3 (Jumbo), 4 (ING), 5 (Red Bull), 6 (Flogs.com), 8 Playboy Nederland), 10 ( [sponsor 1] ), 13 (Eru) en 15 (AC Milaan) genoemde tekortkomingen heeft [geïntimeerde] aangevoerd dat er sprake is van rechtstreekse betalingen door de sponsor aan het team en dat, ook in het geval de betalingen aan Eagle zouden zijn verricht, Eagle verplicht zou zijn geweest om deze betalingen rechtsreeks aan het team ten goede te laten komen. [geïntimeerde] concludeert daarom dat Eagle en of [appellante] geen schade heeft geleden door deze vermeende tekortkomingen. [geïntimeerde] heeft aangevoerd dat het daarbij ging om bedragen als (3) € 50.000,-- in 2009, (4), € 50.000,-- in 2009 en in 2010, (5) € 50.000,--, (6) € 25.000,--, (8) € 7.500,-- , (10) € 10.000,-- in 2010, (13) € 40.000,-- in 2011 en (15) nihil. [geïntimeerde] heeft een aantal producties overgelegd, waaruit de juistheid van deze stellingen zou moeten blijken (prod. 18, 19 en 20 bij nadere memorie na tussenarrest).
[appellante] heeft gemotiveerd betwist dat uit de producties van [geïntimeerde] blijkt dat de bedragen rechtsreeks naar de raceteams werden overgemaakt; integendeel, juist uit de producties 16 en 17 van [geïntimeerde] blijkt volgens [appellante] dat [geïntimeerde] B.V. een groot aantal sponsorvoordelen tot haar inkomsten rekende. [appellante] heeft ook in dit kader verwezen naar het vonnis van de rechtbank Almelo, om aan te tonen dat [geïntimeerde] in strijd met de afspraken geld van sponsoren heeft laten vloeien in [geïntimeerde] B.V. in plaats van in Eagle. Voorts wijst [appellante] er op dat in het contract met Jumbo staat dat de betalingen niet aan het raceteam van [sponsor 3] moeten worden overgemaakt maar aan [geïntimeerde] , die bij dat raceteam in dienst was (prod. 6 inl. dagv.). Met betrekking tot AC Milaan wijst [appellante] op de afrekening bij de mail van 2 juli 2009 (prod. 55 akte van 26 juni 2013), waaruit zou volgen dat [geïntimeerde] zelf € 30.000,-- aan inkomsten genoot die hij niet heeft afgedragen aan Eagle.
Naar het oordeel van het hof heeft [geïntimeerde] mede gelet op het gemotiveerde en met stukken onderbouwde verweer van [appellante] onvoldoende aangetoond dat Eagle en/of [appellante] geen nadeel zouden hebben geleden door deze door hem begane tekortkomingen. Het hof sluit niet uit dat een deel van deze sponsorbetalingen, zo deze aan Eagle waren uitbetaald, geheel doorbetaald waren aan de betreffende raceteams, maar [geïntimeerde] heeft hierover onvoldoende duidelijkheid gegeven. Dit geldt niet alleen voor de producties, die hij als bewijs van zijn stellingen heeft overgelegd, maar tevens voor de stellingen zelf.
Het hof acht op grond van het voorgaande slechts beperkte ruimte aanwezig voor een matiging van de boetes voor de onderhavige overtredingen. De grond voor de matiging acht het hof gelegen in de discrepantie tussen het bedrag van de boete en het in verhouding hiermee relatief geringe bedrag van de onderhavige overtredingen. Tenslotte neemt het hof daarbij in aanmerking dat het hof nagenoeg de maximale boete zal toekennen voor het consequent en stelselmatig nalaten om [appellante] te informeren over de activiteiten en inkomsten (overtreding 16, zie hierna r.o. 6.7.7).
Het hof zal ex aequo et bono de onderhavige boetes matigen tot een bedrag van € 100.000,-- per overtreding, hetgeen neerkomt op een ten behoeve van [appellante] te verbeuren boete van € 25.000,-- per overtreding.